Direct naar content gaan

Gerelateerde content

  • Wet en parlementaire geschiedenis
  • Internationale regelgeving
  • Lagere regelgeving
  • Besluiten
  • Jurisprudentie
  • Commentaar NLFiscaal
  • Literatuur
  • Recent

Samenvatting

De activiteiten van een ondernemingspensioenfonds zijn ingevolge artikel 11, lid 1, aanhef en letter k, van de Wet OB vrijgesteld van omzetbelasting.
In deze zaak wordt de collectieve pensioenregeling van een ondernemingspensioenfonds (een stichting) van het I-concern ondergebracht bij een andere stichting.
Daarbij worden de volgende kosten gemaakt: transitiekosten (onder meer administratie); liquidatiekosten (onder meer beleggingen); kosten van de afwikkeling van de organisatie.
Deze kosten worden door de stichting met btw doorbelast aan het I-concern.
De vraag is dan of de stichting recht heeft op teruggaaf van deze btw.
Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat dat het geval is.
De doorbelasting van kosten is in beginsel een economische activiteit die aan de heffing van omzetbelasting is onderworpen (HR 14 september 1988, nr. 25.005, BNB 1989/213 en HvJ 15 maart 2001, nr. C-108/00, Syndicat des Producteurs Indépents, ECLI:EU:C:2001:173).
Een onbelastbare doorberekening van kosten vormt de uitzondering op dit algemene uitgangspunt. Die uitzondering doet zich bijvoorbeeld voor als sprake is van kosten voor gemene rekening. Maar daarvan is in dit geval geen sprake, aldus het Hof.
De andersluidende uitspraak van Rechtbank Gelderland wordt vernietigd.

Metadata

Rubriek(en)
Omzetbelasting
Belastingtijdvak
2012
Instantie
Hof Arnhem-Leeuwarden
Datum instantie
28 juli 2015
Rolnummer
14/00139
ECLI
ECLI:NL:GHARL:2015:5738

Naar de bovenkant van de pagina

Cookies.

Onze website maakt gebruik van cookies om het gebruik en functionaliteit te waarborgen van deze website. Meer over ons cookiebeleid