Direct naar content gaan

Gerelateerde content

  • Wet en parlementaire geschiedenis
  • Internationale regelgeving
  • Lagere regelgeving
  • Besluiten
  • Jurisprudentie
  • Commentaar NLFiscaal
  • Literatuur
  • Recent

Samenvatting

Van een handelaar in kampeerauto's zijn in april 2001 vijf kampeerauto's geregistreerd in het kentekenregister. Eén hiervan betreft een nieuwe Fiat Ducato die na de registratie kortstondig verhuurd is geweest. De auto is vervolgens aan een Duitse afnemer verkocht en omstreeks 26 april 2001 naar Duitsland overgebracht. In de aangifte BPM over het tijdvak april 2001 heeft de handelaar voor de Ducato aangifte gedaan van 4% van de blijkens het op 20 april afgegeven kentekenbewijs verschuldigde belasting. De handelaar heeft aldus aangifte gedaan voor een bedrag aan BPM dat gerelateerd is aan de tijdsduur dat met het voertuig gebruik is gemaakt van de weg in Nederland. Dat mag niet van het Hof. Het aangrijpingspunt voor de heffing van BPM wordt immers gevormd door de aanvang van het gebruik van de weg en niet door het gebruik van de weg als zodanig. Dat betekent dat de naheffingsaanslag BPM van fl. 20.134 terecht is opgelegd. Anders dan de handelaar meent, is het ontbreken van een teruggaafregeling bij uitvoer voorts niet in strijd met enige bepaling van Europees recht. Hij heeft dan ook geen recht op teruggaaf c.q. vermindering van BPM.

Metadata

Rubriek(en)
Overig
Instantie
Hof Amsterdam
Datum instantie
2 december 2002
Rolnummer
02.01555
ECLI
ECLI:NL:GHAMS:2002:AF6410

Naar de bovenkant van de pagina

Cookies.

Onze website maakt gebruik van cookies om het gebruik en functionaliteit te waarborgen van deze website. Meer over ons cookiebeleid