Direct naar content gaan

Gerelateerde content

Samenvatting

De exploitant van een Haags sekshuis die over een prostitutievergunning beschikt, stelt kamers en vitrines beschikbaar aan raamprostituees. Hij besteedt het in de vergunning geëiste toezicht, alsmede het schoonhouden van de kamers en de verzorging van het linnengoed uit aan een beheerder, die door de prostituees wordt betaald.
Rechtbank Den Haag onderscheidt twee prestaties van de exploitant te weten: het verhuren voor korte tijd van kamers en het gelegenheid bieden tot het op legale wijze beoefenen van het beroep van prostituee. Die twee prestaties vormen één niet te splitsen dienst die naar het normale tarief met OB belast is. Er is geen sprake van een van btw vrijgestelde verhuur van onroerende zaken, aldus de Rechtbank.
Tegen dit oordeel is de exploitant tevergeefs in hoger beroep gegaan bij Hof Den Haag.
Hof: 'In het bijzonder gelet op de van gemeentewege verstrekte exploitatievergunning voor een seksinrichting heeft de Rechtbank naar ’s Hofs oordeel met juistheid beslist dat de diensten door belanghebbende naar hun aard zijn aan te merken als de prestatie bestaande in het gelegenheid geven tot prostitutie.'

Metadata

Rubriek(en)
Omzetbelasting
Belastingtijdvak
2008
Instantie
Hof Den Haag
Datum instantie
1 februari 2013
Rolnummer
11.00729
ECLI
ECLI:NL:GHDHA:2013:2705
bwbid=bwbr0&artikel=11,bwbid=bwbr0&artikel=4

Naar de bovenkant van de pagina

Cookies.

Onze website maakt gebruik van cookies om het gebruik en functionaliteit te waarborgen van deze website. Meer over ons cookiebeleid