Direct naar content gaan

Gerelateerde content

  • Wet en parlementaire geschiedenis
  • Internationale regelgeving
  • Lagere regelgeving
  • Besluiten
  • Jurisprudentie
  • Commentaar NLFiscaal
  • Literatuur
  • Recent

Samenvatting

Aan een 51-jarige emigrant naar Korea (in augustus 2001) had de inspecteur (na bezwaar) een conserverende aanslag over pensioenaanspraken ter grootte van 51.358 euro en lijfrenteaanspraken ter grootte van 249.042 euro plus heffingsrente en revisierente opgelegd. In de uitspraak wordt echter ook de lijfrente als pensioen aangemerkt. Ondanks het feit dat de inspecteur beweert dat Nederland complimenten heeft gekregen voor deze regeling, vernietigt de Rechtbank de conserverende aanslag. Blijkens het Belastingverdrag met Korea heeft namelijk alleen Korea recht op belastingheffing over de pensioenen inclusief afkoopsommen van zijn inwoners. Met de conserverende aanslag schendt Nederland derhalve het Verdrag. Daaraan doet niet af dat in de artikelen 3.83 en 3.146 van de Wet inkomstenbelasting 2001 (Wet IB 2001) het genieten van het conserverende inkomen fictief is bepaald op het moment onmiddellijk voorafgaand aan de emigratie. Ook doet niet ter zake dat in 1998 een wijzigingsprotocol tot stand is gekomen, omdat uit niets blijkt dat toen over het regime van de conserverende aanslagen is onderhandeld.

Metadata

Rubriek(en)
Inkomstenbelasting
Belastingtijdvak
2001
Instantie
Rechtbank Breda
Datum instantie
31 augustus 2006
Rolnummer
AWB05/1638
ECLI
ECLI:NL:RBBRE:2006:AZ1010

Naar de bovenkant van de pagina

Cookies.

Onze website maakt gebruik van cookies om het gebruik en functionaliteit te waarborgen van deze website. Meer over ons cookiebeleid