Direct naar content gaan

Gerelateerde content

  • Wet en parlementaire geschiedenis
  • Internationale regelgeving
  • Lagere regelgeving
  • Besluiten
  • Jurisprudentie
  • Commentaar NLFiscaal
  • Literatuur
  • Recent

Samenvatting

In deze zaak stelt een procederende belastingplichtige dat twee leden van het Arnhemse Hof zijn zaak met een schijn van bevooroordeeldheid of partijdigheid hebben behandeld en dat er daarom niet is voldaan aan de eis van rechterlijke onpartijdigheid.
Deze steling wordt echter verworpen wegens gebrek aan een feitelijke grondslag. Het cassatieberoep wordt daarom met toepassing van artikel 81 Wet RO afgedaan.

Metadata

Rubriek(en)
Overig
Instantie
HR
Datum instantie
25 januari 2013
Rolnummer
10.01621
ECLI
ECLI:NL:HR:2013:BY9287

Naar de bovenkant van de pagina

Cookies.

Onze website maakt gebruik van cookies om het gebruik en functionaliteit te waarborgen van deze website. Meer over ons cookiebeleid