Direct naar content gaan

Gerelateerde content

  • Wet en parlementaire geschiedenis
  • Internationale regelgeving
  • Lagere regelgeving
  • Besluiten
  • Jurisprudentie
  • Commentaar NLFiscaal
  • Literatuur
  • Recent

Samenvatting

Een Belgische orthodontiste heeft haar praktijk in Nederland en woont hier ook als ze aan het werk is.
Als zij niet aan het werk is, woont ze in België. Zij bezit een auto die zij in 2004 in België heeft gekocht en die zij zowel aldaar als in Nederland gebruikt voor privé- en zakelijke doeleinden.
Voor deze auto is al Belgische BPM betaald. De vraag is nu of Nederland ook nog BPM mag heffen of dat dit in strijd is met de vrijheid van vestiging van artikel 43 van het EG-verdrag.
Het Europese Hof van Justitie oordeelt dat dubbele heffing van BPM in beginsel is toegestaan, tenzij er sprake is van discriminatie.
Daarvan is in casu voor de Nederlandse situatie geen sprake. Ook voor voertuigen met een buitenlands kenteken is immers Nederlandse BPM verschuldigd als zij in Nederland duurzaam gebruik van de weg maken, aldus het Hof.
(Beantwoording prejudiciële vragen Hoge Raad, 6 april 2012, Nr: 10.02689, ECLI:NL:HR:2012:BQ2085)

Metadata

Rubriek(en)
Overig
Belastingtijdvak
2006
Instantie
HvJ
Datum instantie
21 november 2013
Rolnummer
C-302/12

Naar de bovenkant van de pagina

Cookies.

Onze website maakt gebruik van cookies om het gebruik en functionaliteit te waarborgen van deze website. Meer over ons cookiebeleid