Direct naar content gaan

Gerelateerde content

  • Wet en parlementaire geschiedenis
  • Internationale regelgeving
  • Lagere regelgeving
  • Besluiten
  • Jurisprudentie
  • Commentaar NLFiscaal
  • Literatuur
  • Recent

Samenvatting

Een BV exploiteert in de boekjaren 2000/2001 en 2001/2002 twee coasters waarmee zij in het eerstgenoemde jaar een omzet behaalde van fl. 2.196.036. Zij behaalde daarnaast rentebaten tot een bedrag van fl. 896.442 uit banktegoeden. De desbetreffende tegoeden hield zij kennelijk aan om een nieuwe coaster te kunnen laten bouwen. Voor haar winstberekening past de BV de forfaitaire tonnageregeling van artikel 8c IB 1964 en van de artikelen 3:22 tot en met 3:24 IB 2001 toe. De aldus berekende winst bevat naar het oordeel van het Hof niet mede de winst uit de beleggingen maar ziet alleen op de operationele resultaten van de schepen. Die worden weliswaar ruim opgevat maar de resultaten van beleggingen behoren daar niet toe. Het tegendeel vloeit ook niet voort uit de wetsgeschiedenis en is evenmin vastgelegd in besprekingen die op het ministerie van Financiën zijn gevoerd.

Metadata

Rubriek(en)
Vennootschapsbelasting
Belastingtijdvak
2000 - 2002
Instantie
Hof Amsterdam
Datum instantie
23 maart 2004
Rolnummer
03.01637
ECLI
ECLI:NL:GHAMS:2004:AO6235

Naar de bovenkant van de pagina

Cookies.

Onze website maakt gebruik van cookies om het gebruik en functionaliteit te waarborgen van deze website. Meer over ons cookiebeleid