Direct naar content gaan

Gerelateerde content

  • Wet en parlementaire geschiedenis
  • Internationale regelgeving
  • Lagere regelgeving
  • Besluiten
  • Jurisprudentie
  • Commentaar NLFiscaal
  • Literatuur
  • Recent

Samenvatting

Einduitspraak HR 19 april 1995 BNB 1995/222
4 jaar en 4 maanden na bovengenoemd arrest is het Haagse Hof tot een einduitspraak gekomen die nog betrekking heeft op het jaar 1980.
De uitspraak is wat moeilijk te lezen omdat het Hof de dochters en kleindochters van de belanghebbende X NV met andere letters aanduidt dan de Hoge Raad in zijn arrest deed. Het gaat om de berekening van het in aanmerking te nemen verlies na liquidatie van een tussenholding in een situatie waarin de aandelen van enige kleindochters tot het concern van X NV bleven behoren. Bij de vaststelling van het opgeofferde bedrag van de tussenholding neemt het Hof mede in aanmerking een bedrag van $ 4.400.560 afkomstig van X BV dat ten goede is gekomen aan een dochter van de tussenholding (een kleindochter). Bij de vaststelling van de waarde van de aandelen van die kleindochter die tot het liquidatiesaldo van de tussenholding behoren gaat het Hof zoveel mogelijk uit van dezelfde koers/winstverhouding als geldt voor vergelijkbare ondernemingen. Bij de aldus gevonden koers telt het Hof nog een bedrag bij omdat het concern eerder bij de verwerving van de aandelen van de kleindochter een extra premie heeft betaald voor de strategische betekenis die zij binnen het concern (nog steeds) heeft. Aan de verliescompensatie waarop een aantal Amerikaanse kleindochters nog recht hebben kent het Hof geen waarde toe.

Metadata

Rubriek(en)
Vennootschapsbelasting
Instantie
Hof Den Haag
Datum instantie
31 augustus 1999
Rolnummer
95.1442

Naar de bovenkant van de pagina

Cookies.

Onze website maakt gebruik van cookies om het gebruik en functionaliteit te waarborgen van deze website. Meer over ons cookiebeleid