Direct naar content gaan

Gerelateerde content

Samenvatting

Aan X (belanghebbende) is wegens eigendom van bouwgrond een aanslag OZB opgelegd naar het tarief van niet-woningen voor een bedrag van € 731,72 naar een waarde van € 142.000.

X stelt bij Rechtbank Den Haag dat sprake is van een woning in aanbouw zodat het lagere woningtarief van toepassing is.

De Rechtbank geeft X geen gelijk. Een onroerende zaak is voor de heffing van OZB als woning in aanbouw aan te merken indien sprake is van een bouwsel en van een woonbestemming. Van een bouwsel is pas sprake als een aanvang is gemaakt met de (feitelijke) bouwkundige werkzaamheden. In casu zijn wel (voorbereidende) werkzaamheden verricht op de bouwgrond, maar van een bouwsel dat kan worden aangemerkt als woning in aanbouw is nog geen sprake. Het beroep is ongegrond.

Metadata

Rubriek(en)
Lokale heffingen
Belastingtijdvak
2021
Instantie
Rechtbank Den Haag
Datum instantie
30 mei 2023
Rolnummer
22/1357
ECLI
ECLI:NL:RBDHA:2023:10932
NLF-nummer
NLF 2024/0720
Aflevering
19 maart 2024
bwbr0005416&artikel=220f,bwbr0005416&artikel=220f

Naar de bovenkant van de pagina