Direct naar content gaan

Gerelateerde content

  • Wet en parlementaire geschiedenis
  • Internationale regelgeving
  • Lagere regelgeving
  • Besluiten
  • Jurisprudentie
  • Commentaar NLFiscaal
  • Literatuur
  • Recent

Samenvatting

X (belanghebbende) en zijn partner zijn ieder voor de helft eigenaar van een woning in Duitsland. Zij hebben de woning in 2009 voor € 425.000 gekocht.

X kan worden aangemerkt als kwalificerende buitenlands belastingplichtige en kan de (negatieve) inkomsten uit de eigen woning in Nederland in aanmerking nemen. De helft van het bedrag aan hypotheekrente en financieringskosten leidt tot een aftrekpost van € 6.142. Wat partijen nog verdeeld houdt is de hoogte van het bij X in aanmerking te nemen eigenwoningforfait.

Omdat de woning in het buitenland staat, moet de waarde worden bepaald volgens artikel 16 t/m 18 en 20 Wet WOZ. Dat is de waarde die de woning zou hebben per peildatum 1 januari 2018, bij vrije verkoop aan de meest biedende gegadigde.

De Inspecteur heeft de waarde geschat op € 654.000, ervan uitgaande dat de huizenprijzen in Duitsland in 2019 ten opzichte van 2009 met 54% zijn gestegen. Rechtbank Zeeland-West-Brabant volgt die waarde en stelt het in aanmerking te nemen eigenwoningforfait voor X dienovereenkomstig vast op € 2.125.

X heeft recht op aftrek van negatieve inkomsten uit eigen woning van € 4.017.

Metadata

Rubriek(en)
Inkomstenbelasting
Belastingtijdvak
2019
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Datum instantie
30 augustus 2024
Rolnummer
23/2335
ECLI
ECLI:NL:RBZWB:2024:5661
NLF-nummer
NLF 2024/2075
Aflevering
17 september 2024

Naar de bovenkant van de pagina