Samenvatting
De COVID-19-pandemie heeft regeringen ertoe gedwongen ongekende maatregelen te nemen, zoals het beperken van reizen en het toepassen van strikte quarantainevereisten.
De meeste landen hebben inmiddels stimuleringspakketten ingevoerd, inclusief maatregelen ter ondersteuning van de werkgelegenheid.
De genomen maatregelen/beperkingen treffen ook grensarbeiders die hun taken niet fysiek kunnen uitoefenen in hun land van tewerkstelling. Zij moeten thuis blijven en telewerken, of kunnen worden ontslagen vanwege de uitzonderlijke economische situatie.
Dit roept in verdragssituaties veel fiscale vragen op. Dit laatste geldt uiteraard ook voor werknemers die zijn gestrand in een land dat niet hun woonland is.
De OESO heeft hierover een leidraad gepubliceerd.
Het OESO-secretariaat heeft een analyse gemaakt over de gevolgen van de coronacrisis voor belastingverdragen. De analyse geeft richtlijnen en is niet juridisch bindend. In de analyse wordt ingegaan op respectievelijk de vaste inrichting, de plaats van feitelijke leiding, de grensarbeiders en de woonplaats. In dit commentaar houd ik deze volgorde eveneens aan.