Direct naar content gaan

Gerelateerde content

  • Wet en parlementaire geschiedenis
  • Internationale regelgeving
  • Lagere regelgeving
  • Besluiten
  • Jurisprudentie
  • Commentaar NLFiscaal
  • Literatuur
  • Recent

Samenvatting

Een man bezit in 1998 sinds de oprichting als commanditair vennoot een viertal participaties in scheepvaart-CV's. De inspecteur staat geen investeringsaftrek toe ten aanzien van investeringen die bij de CV's hebben plaatsgevonden. Het Hof vindt dit onterecht. Het stelt vast dat iedere CV op zichzelf een objectieve onderneming in fiscale zin drijft zodat de participant heeft deelgenomen in vier afzonderlijke objectieve ondernemingen. Anders dan de inspecteur meent zijn de deelnemingen in de vier objectieve ondernemingen niet in één subjectieve onderneming opgegaan. Van belang hierbij is dat de participant zich in het geheel niet met de feitelijke werkzaamheden van de ondernemingen heeft bemoeid en zijn betrokkenheid niet verder is gegaan dan enkel deelnemen in het kapitaal. Het Hof volgt aldus het standpunt van de commanditair vennoot dat de participaties voor de toepassing van de investeringsaftrek als deelnemingen in afzonderlijke ondernemingen kunnen worden aangemerkt. In dat geval is niet in geschil dat hij recht heeft op toepassing van een investeringsaftrek van fl. 88.993.

Metadata

Rubriek(en)
Inkomstenbelasting
Belastingtijdvak
1998
Instantie
Hof Amsterdam
Datum instantie
17 maart 2005
Rolnummer
03/04290
ECLI
ECLI:NL:GHAMS:2005:AT4673

Naar de bovenkant van de pagina

Cookies.

Onze website maakt gebruik van cookies om het gebruik en functionaliteit te waarborgen van deze website. Meer over ons cookiebeleid