Direct naar content gaan

Gerelateerde content

  • Wet en parlementaire geschiedenis
  • Internationale regelgeving
  • Lagere regelgeving
  • Besluiten
  • Jurisprudentie
  • Commentaar NLFiscaal
  • Literatuur
  • Recent

Samenvatting

De Inspecteur heeft aan X (belanghebbende) vragen gesteld over de rekening-courantverhouding ten opzichte van zijn bv’s (een fiscale eenheid) ten behoeve van de IB-heffing. De vragen zijn niet beantwoord. Daarop heeft de Inspecteur een navorderingsaanslag IB/PVV 2014 opgelegd.

X heeft bezwaar gemaakt en de Inspecteur in gebreke gesteld vanwege het overschrijden van de beslistermijn op bezwaar. De Inspecteur heeft vervolgens nadere vragen gesteld met betrekking tot de rekening-courant. Omdat de gevraagde informatie niet is verstrekt, heeft de Inspecteur een informatiebeschikking genomen.

In geschil is uitsluitend of de Inspecteur bij het geven van de informatiebeschikking in strijd heeft gehandeld met de algemene beginselen van behoorlijk bestuur (abbb).

Volgens Hof Den Bosch is niet aannemelijk geworden dat de navordering als drukmiddel is gebruikt of dat de Inspecteur ten onrechte gebruik heeft gemaakt van zijn uit artikel 49, lid 1, AWR voortvloeiende bevoegdheid om van X te verlangen dat hij de inlichtingen schriftelijk verstrekt. Het is de Inspecteur toegestaan een navorderingsaanslag op te leggen en op dat moment niet te kiezen voor een informatiebeschikking. De informatiebeschikking is terecht genomen en daarbij zijn de abbb niet geschonden.

De Hoge Raad heeft op 13 september 2024 het beroep in cassatie tegen deze uitspraak verworpen onder verwijzing naar artikel 81 Wet RO.

Metadata

Rubriek(en)
Formeel belastingrecht
Belastingtijdvak
2014
Instantie
HR
Datum instantie
13 september 2024
Rolnummer
22/04499
ECLI
ECLI:NL:HR:2024:1187
NLF-nummer
NLF 2024/2095
Aflevering
17 september 2024

Naar de bovenkant van de pagina