Direct naar content gaan

Gerelateerde content

Samenvatting

Op 29 juni 2002 parkeerde een automobilist zijn auto op een parkeerplaats aan de Boulevard Paulus Loot in Zandvoort. Nadat hij zijn auto had geparkeerd is hij geld gaan wisselen bij een strandpaviljoen. Toen hij bij zijn auto terug kwam was er inmiddels een naheffingsaanslag parkeerbelasting uitgeschreven. Daartegen ging de automobilist in beroep. Bij het Hof voerde hij aan dat hij had geprobeerd om met een chipkaart te betalen bij een parkeerautomaat in de buurt van zijn auto en dat hij, toen dat niet lukte, geld is gaan wisselen bij een strandpaviljoen teneinde de parkeerbelasting contant te voldoen. Het Hof vond echter dat de automobilist niet aannemelijk had gemaakt dat de chipknipfunctie van de parkeerautomaat defect was. Volgens de Hoge Raad geeft dit oordeel geen blijk van een onjuiste opvatting omtrent de stelplicht en bewijslast. Bovendien is het een waardering van feitelijke aard die in cassatie niet op zijn juistheid kan worden getoetst.
Voorts beslist de Hoge Raad dat het Hof terecht heeft geoordeeld dat het wisselen van geld teneinde parkeerbelasting te voldoen niet een handeling is waarmee uitvoering wordt gegeven aan “het bij de aanvang van het parkeren in werking stellen van een parkeermeter of parkeerautomaat” zoals bedoeld in artikel 234, lid 2 aanhef en letter a van de Gemeentewet. Het Hof heeft de naheffingsaanslag dus terecht in stand gelaten. Het cassatieberoep van de automobilist wordt ongegrond verklaard.

Metadata

Rubriek(en)
Lokale heffingen
Belastingtijdvak
2002
Instantie
HR
Datum instantie
28 oktober 2005
Rolnummer
40.776
ECLI
ECLI:NL:HR:2005:AU5160
bwbr0005416&artikel=225

Naar de bovenkant van de pagina