Direct naar content gaan

Samenvatting

Deze zaak hoort bij een reeks van vijf conclusies over de bewijsmaatstaf bij bestuurlijke boetes. In een gemeenschappelijke bijlage (Conclusie van 5 juli 2024, 23/04710 e.a., ECLI:NL:PHR:2024:774) bij de conclusies zet A-G Koopman uiteen dat de te hanteren strenge bewijsmaatstaf ‘overtuigend aantonen’ niet uitsluit dat het bewijs van de bestanddelen van het beboetbare feit wordt ontleend aan niet-ontzenuwde vermoedens.

In de onderhavige zaak om gaat het om bankrekeningen bij de Zwitserse UBS-bank die uit een nalatenschap zijn verkregen door X (belanghebbende) en zijn zus (belanghebbende in de zaak met nummer 23/04711). Die verkrijging, dat bezit en de inkomsten daaruit zijn aanvankelijk door hen niet aangegeven. Maar in 2015 hebben zij openheid van zaken gegeven (de inkeer).

De vraag is of dat op tijd was om nog gebruik te kunnen maken van de regeling voor vrijwillige inkeer. De Belastingdienst had zich in 2015 al tot de Zwitserse autoriteiten gewend met een verzoek om informatie over – kort gezegd – Nederlandse rekeninghouders bij de UBS-bank (het groepsverzoek). De bank had de desbetreffende rekeninghouders hiervan bij brief op de hoogte gesteld en ook in de Nederlandse media was aandacht aan dit verzoek besteed.

Hof Den Haag (na verwijzing) heeft geoordeeld dat het vermoeden is gerechtvaardigd dat de UBS-bank ook aan X zo’n brief heeft gestuurd en dat X die brief ook heeft ontvangen. X heeft dit vermoeden volgens het Hof niet ontzenuwd. Er is daarom volgens het Hof niet vrijwillig ingekeerd en is er niet voldaan aan het bepaalde in artikel 67n AWR.

Volgens de A-G behoefde het Hof alleen te onderzoeken of aannemelijk is dat X ten tijde van de inkeer niet op de hoogte was van het groepsverzoek. Het op niet-ontzenuwde vermoedens gebaseerde oordeel van het Hof dat dit niet aannemelijk is geworden is niet onbegrijpelijk of onvoldoende gemotiveerd.

De A-G concludeert tot verwerping van het cassatieberoep van X.

Zie ook de idem-zaak achterin deze editie in het overzicht Overige rechtspraak en actualiteiten (ECLI:NL:PHR:2024:735, NLF 2024/1779).

Metadata

Rubriek(en)
Formeel belastingrecht
Belastingtijdvak
2009 en 2011 t/m 2014
Instantie
A-G
Datum instantie
5 juli 2024
Rolnummer
23/04710
ECLI
ECLI:NL:PHR:2024:739
Auteur(s)
mr. R.W.J. Kerckhoffs
OM Functioneel Parket
NLF-nummer
NLF 2024/1756
Aflevering
30 juli 2024
Judoregnummer
JCDI:NFB6514
bwbr0002320&artikel=67n,bwbr0002320&artikel=67n

Naar de bovenkant van de pagina