Direct naar content gaan

Gerelateerde content

Samenvatting

X is in 1997 van Nederland naar Zwitserland geëmigreerd. In 2002 heeft hij een Zwitserse GmbH opgericht. X heeft een schuld aan deze GmbH. In 2019 remigreert X naar Nederland. Op dat moment bedraagt de schuld aan de GmbH € 1.800.000. In de periode tussen de oprichting van de GmbH en de remigratie heeft de GmbH winstreserves opgebouwd. Op het moment van remigratie bedraagt de waarde in het economische verkeer van de aandelen € 2.000.000.

Vragen
  1. Wordt het maximumbedrag van X op grond van artikel 4.14c, lid 1, Wet IB 2001 verhoogd tot het bedrag van € 1.800.000 vanwege zijn schulden op het moment van remigratie?
  2. Zo nee, eigent Nederland zich daarmee heffingsrecht toe waardoor sprake is van zogenoemde treaty override, vergelijkbaar met het gebruikelijk loonarrest?
Antwoorden
  1. Nee, het maximumbedrag van X wordt niet verhoogd. Ten tijde van de remigratie gold de Wet excessief lenen bij eigen vennootschap niet. Bij de invoering van de Wet excessief lenen bij eigen vennootschap is geen overgangsrecht opgenomen op grond waarvan het maximumbedrag voor binnenlands belastingplichtigen wordt verhoogd tot de op dat moment bestaande schuld.
  2. Er is geen sprake van treaty override, vergelijkbaar met het gebruikelijkloonarrest.

Metadata

Rubriek(en)
Inkomstenbelasting
Belastingtijdvak
2024 e.v.
Instantie
Belastingdienst
Datum instantie
26 juli 2024
Rolnummer
KG:003:2024:13
NLF-nummer
NLF 2024/1767
Aflevering
30 juli 2024
bwbr0011353&artikel=4.14c&lid=1,bwbr0011353&artikel=4.14c&lid=1

Naar de bovenkant van de pagina