Direct naar content gaan

Samenvatting

De natuurlijke personen A en B zijn via participaties economisch gerechtigd tot het vermogen van een fonds voor gemene rekening (hierna: FGR of fonds). De verhouding waarin A en B tot het fondsvermogen zijn gerechtigd is 50%:50%. Zowel de totstandkoming van het fonds als de toetreding daarin door A en B heeft plaatsgevonden op uiterlijk 19 september 2023, 15.15 uur.

Tot het vermogen van het fonds behoort de economische eigendom van in Nederland gelegen onroerende zaken. De juridische eigendom van de onroerende zaken is ondergebracht in een stichting.

A en B willen hun economische belang met toepassing van de overgangsregeling (Wet aanpassing fonds voor gemene rekening en vrijgestelde beleggingsinstelling, hierna: Wet aanpassing FGR) vrijgesteld inbrengen in een bv. Hiertoe zal gebruik worden gemaakt van een aandelenfusie waarbij de bv tegen uitreiking van eigen aandelen de gerechtigdheid van resp. A en B in het fonds verwerft. Nadien zullen A en B via de aandelen een soortgelijk belang in de vennootschap houden als zij hadden in het fondsvermogen op het tijdstip onmiddellijk voorafgaand aan de inbreng. De aandelenfusie zal uiterlijk op 31 december 2024 hebben plaatsgevonden. De hiervoor genoemde bv kwalificeert als een onroerendezaakrechtspersoon (OZR) als bedoeld in artikel 4, lid 1, onderdeel a, Wet BRV.

A vervreemdt binnen drie jaren na de bedoelde aandelenfusie ten titel van koop/verkoop van aandelen een gedeelte van zijn door de aandelen vertegenwoordigde soortgelijke belang aan een derde (C).

Vragen
  1. Komt de door de bv genoten vrijstelling van overdrachtsbelasting op grond van de overgangsregeling (artikel VIII Wet aanpassing FGR) te vervallen?
  2. Zo ja, voor welk deel?
Antwoorden
  1. Ja. De niet bij de bv geheven overdrachtsbelasting wordt alsnog door de bv verschuldigd, tenzij C ter zake van de verkrijging van het door de aandelen vertegenwoordigde soortgelijke belang overdrachtsbelasting verschuldigd is.
  2. Gesteld dat de bv de overdrachtsbelasting alsnog wordt verschuldigd, dan wordt deze verschuldigd voor het gedeelte van de aandelen dat bij de aandelenfusie is uitgereikt aan A (en derhalve niet voor het door A vervreemde gedeelte van de aan hem uitgereikte aandelen indien dit minder mocht zijn). Voor het gedeelte van de aandelen dat is uitgereikt aan B bij de aandelenfusie op grond van het overgangsrecht geldt dat de vrijstelling bij de bv onder de bestaande voorwaarden van toepassing blijft.

Metadata

Rubriek(en)
Belastingen van rechtsverkeer
Belastingtijdvak
2024 e.v.
Instantie
Belastingdienst
Datum instantie
7 augustus 2024
Rolnummer
KG:052:2024:4
NLF-nummer
NLF 2024/1866
Aflevering
13 augustus 2024
bwbr0002740&artikel=15,bwbr0002740&artikel=15

Naar de bovenkant van de pagina