Direct naar content gaan

Samenvatting

X (belanghebbende) maakte deel uit van een groep die diensten verleent op het gebied van SAP-software.

X heeft in de aangifte vpb 2016 ten onrechte niet afgerekend over stille reserves (goodwill). Aan X is daarom een navorderingsaanslag opgelegd.

De enkele omstandigheid dat de stille reserves (ten onrechte) al eerder bij een groepsvennootschap in de winst zijn begrepen kan er niet toe leiden dat een juridisch juiste heffing bij X achterwege moet blijven. Dat zou slechts anders kunnen zijn als de Inspecteur ondubbelzinnig afstand zou hebben gedaan van zijn recht om aan X een navorderingsaanslag op te leggen. Daarvoor zijn echter geen aanknopingspunten te vinden.

Naar het oordeel van de Rechtbank is de vereiste aangifte niet gedaan zodat de bewijslast dient te worden omgekeerd en verzwaard. X heeft niet doen blijken dat de navorderingsaanslag, na de uitspraak op bezwaar, te hoog is. Van schending van het zorgvuldigheidsbeginsel ten aanzien van de belastingrente is geen sprake.

Het beroep is daarom ongegrond.

Metadata

Rubriek(en)
Vennootschapsbelasting
Belastingtijdvak
2016
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Datum instantie
11 juli 2024
Rolnummer
23/3854
ECLI
ECLI:NL:RBZWB:2024:4726
NLF-nummer
NLF 2024/1722
Aflevering
23 juli 2024
bwbr0002320&artikel=27e,bwbr0002320&artikel=27e

Naar de bovenkant van de pagina