Direct naar content gaan

Gerelateerde content

  • Wet en parlementaire geschiedenis
  • Internationale regelgeving
  • Lagere regelgeving
  • Besluiten
  • Jurisprudentie
  • Commentaar NLFiscaal
  • Literatuur
  • Recent

Samenvatting

X (belanghebbende) heeft het beroep inzake ambtshalve aanslagen vpb 2010 en 2011 ter zitting van Rechtbank Noord-Holland ingetrokken. De Rechtbank heeft het verzoek om de Inspecteur te veroordelen in de proceskosten niet-ontvankelijk verklaard en het verzoek tot een immateriële schadevergoeding afgewezen.

Hof Amsterdam oordeelt in hoger beroep dat de aan X in rekening gebrachte aanmaningskosten van € 16 geen onderdeel uitmaken van de procedure. Dit houdt in dat de aanmaningskosten geen rol spelen bij de beoordeling van de vraag of X in de onderhavige procedure recht heeft op een immateriële schadevergoeding. Die vraag kan eventueel aan de orde komen in een procedure die betrekking heeft op uitspraken van de Ontvanger. De Rechtbank is derhalve op goede gronden tot een juist oordeel gekomen.

Indien die kosten wél een rol zouden hebben gespeeld, zou dit niet tot een ander oordeel leiden omdat het hier om een ‘zeer gering financieel belang’ gaat.

Het Hof heeft aanleiding gezien om te veronderstellen dat de onderhavige procedure wordt gevoerd met als enig doel om een kostenvergoeding te verkrijgen. Het Hof is van oordeel dat (de gemachtigde van) X aldus gebruikmaakt van het procesrecht op een wijze die niet verenigbaar is met de doelstelling van het (proces)recht. In toekomstige gevallen kan dit aanleiding zijn voor het Hof om X niet-ontvankelijk te verklaren in hoger beroep (zie artikel 8:70, onderdeel b, Awb).

Metadata

Rubriek(en)
Formeel belastingrecht
Belastingtijdvak
2010-2011
Instantie
Hof Amsterdam
Datum instantie
19 september 2023
Rolnummer
22/00128; 22/00129
ECLI
ECLI:NL:GHAMS:2023:2320
NLF-nummer
NLF 2023/2429
Aflevering
26 oktober 2023

Naar de bovenkant van de pagina