Direct naar content gaan

Gerelateerde content

  • Wet en parlementaire geschiedenis
  • Internationale regelgeving
  • Lagere regelgeving
  • Besluiten
  • Jurisprudentie
  • Commentaar NLFiscaal
  • Literatuur
  • Recent

Samenvatting

Een man heeft zonnepanelen laten installeren op zijn (privé-)woning. Hiervoor is hem een factuur gestuurd met factuurdatum 17 januari 2013 voor een bedrag van € 10.000, inclusief € 1.736 aan omzetbelasting.
Hij heeft zich op 23 mei 2013 bij de Belastingdienst aangemeld als btw-ondernemer, waarop hij een aangifteformulier voor het eerste kwartaal van 2013 ontvangt.
De aangifte wordt op 18 juni 2013 gedaan, waarbij om een teruggaaf van € 1.736 wordt verzocht.
De inspecteur weigert dat omdat het teruggaafverzoek volgens binnen één maand na afloop van het aangiftetijdvak had moeten worden ingediend (artikel 31, lid 1, Wet OB).
Rechtbank Zeeland-West-Brabant is echter met de man van mening dat niet artikel 31, lid 1, Wet OB van toepassing is, maar artikel 31, lid 2, juncto lid 5, Wet OB.
In dat geval bedraagt de aangiftetermijn drie maanden na afloop van het belastingtijdvak.
De reden: de man was niet verplicht om aangifte te doen en dan is het eerste lid niet van toepassing.

Metadata

Rubriek(en)
Omzetbelasting
Belastingtijdvak
2013
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Datum instantie
21 april 2015
Rolnummer
14/4797
ECLI
ECLI:NL:RBZWB:2015:2349

Naar de bovenkant van de pagina

Cookies.

Onze website maakt gebruik van cookies om het gebruik en functionaliteit te waarborgen van deze website. Meer over ons cookiebeleid