Direct naar content gaan

Gerelateerde content

  • Wet en parlementaire geschiedenis
  • Internationale regelgeving
  • Lagere regelgeving
  • Besluiten
  • Jurisprudentie
  • Commentaar NLFiscaal
  • Literatuur
  • Recent

Samenvatting

In deze procedure is de aanslag IB/PVV 2019 van X (belanghebbende) in geschil. Hierin is een uitkering begrepen.

De jaaropgaaf van de gemeente Helmond vermeldt een bedrag van € 45.348 aan brutoloon en een bedrag aan ingehouden loonheffingen van € 15.922. Op grond daarvan zou X een bedrag van € 29.426 moeten hebben ontvangen. Tussen partijen is echter niet in geschil dat X feitelijk slechts € 13.528 heeft ontvangen. De gemeente heeft een deel van het loon ad € 15.898 niet uitgekeerd.

Naar het oordeel van Rechtbank Zeeland-West-Brabant betreft dit bedrag, overeenkomstig het standpunt van X, negatief loon dat in mindering komt op het inkomen. X heeft in eerdere jaren een, volgens de gemeente, te hoge uitkering genoten en de gemeente heeft de daaruit ontstane vordering in 2019 deels geïncasseerd door een bedrag van € 15.898 niet uit te keren. Daarmee is in zoverre het eerder, volgens de gemeente ten onrechte, genoten loon (deels) terugbetaald, hetgeen negatief loon oplevert. Dat de CRvB pas in 2020 definitief heeft beslist over de vraag in hoeverre in het verleden te hoge uitkeringen door de gemeente zijn verstrekt, doet daar niet aan af.

Metadata

Rubriek(en)
Inkomstenbelasting
Belastingtijdvak
2019
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Datum instantie
14 juni 2024
Rolnummer
23/1158
ECLI
ECLI:NL:RBZWB:2024:4022
NLF-nummer
NLF 2024/1498
Aflevering
25 juni 2024

Naar de bovenkant van de pagina