Direct naar content gaan

Samenvatting

Na een boekenonderzoek bij X komt de Inspecteur tot een forse omzetcorrectie en legt hij forse naheffingsaanslagen loonheffing (en omzetbelasting) met vergrijpboetes op. In geschil is of dit terecht is.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat de Inspecteur bij het herrekenen van de omzet goede uitgangspunten heeft gehanteerd. Omdat niet in geschil is dat voor de omzetbelasting de juiste aangifte niet is gedaan leidt dit tot omkering van de bewijslast.

Hoewel er geen informatiebeschikking is gegeven komt de Rechtbank voor de loonheffing tot hetzelfde oordeel omdat een zodanig hoog bedrag aan lonen niet is verantwoord dat de werkelijk verschuldigde loonheffingen absoluut en relatief gezien aanmerkelijk hoger zijn dan het bedrag dat op aangiften is afgedragen.

Aangaande de vergrijpboetes oordeelt de Rechtbank dat die terecht zijn opgelegd, omdat het door de wijze waarop X de administratie heeft bijgehouden en aangiften heeft gedaan, aan opzet is te wijten dat de belasting die op aangifte moest worden voldaan en afgedragen gedeeltelijk niet is betaald. Wel oordeelt de Rechtbank dat de boetes moeten worden verminderd wegens overschrijding van de redelijke termijn.

De Rechtbank verklaart het beroep gegrond omdat de Inspecteur in geding heeft geconcludeerd tot vermindering van de naheffingsaanslagen en matiging van de boetes.

Metadata

Rubriek(en)
Loonbelasting
Formeel belastingrecht
Belastingtijdvak
2012
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Datum instantie
14 maart 2017
Rolnummer
16/752 en 16/753
ECLI
ECLI:NL:RBZWB:2017:1588
NLF-nummer
NLF 2017/0982
Aflevering
4 mei 2017
bwbr0002320&artikel=20&lid=1,bwbr0002320&artikel=20&lid=1,bwbr0002320&artikel=27e&lid=1,bwbr0002320&artikel=27e&lid=1,bwbr0002320&artikel=67f,bwbr0002320&artikel=67f

Naar de bovenkant van de pagina

Cookies.

Onze website maakt gebruik van cookies om het gebruik en functionaliteit te waarborgen van deze website. Meer over ons cookiebeleid