Direct naar content gaan

Gerelateerde content

Samenvatting

X (belanghebbende) stelt in deze procedure inzake een navorderingsaanslag IB/PVV 2017 dat hij recht heeft op aftrek elders belast. Hij heeft in 2017 op twee schepen gewerkt voor een Zwitserse werkgever.

Uit het arrest van de Hoge Raad van 24 december 2021 (20/03226, ECLI:NL:HR:2021:1845, NLF 2022/0119, met noot van Bioch) volgt dat voor de toepassing van artikel 15, lid 3, Verdrag Nederland-Zwitserland sprake moet zijn van commercieel vervoer van personen en/of goederen per schip in internationaal verkeer en daarmee samenhangende en bijkomstige activiteiten. Op X rust de bewijslast om aannemelijk te maken dat daarvan sprake is. X slaagt hierin niet.

Rechtbank Noord-Nederland oordeelt verder dat de Inspecteur de navorderingsaanslag tijdig heeft opgelegd. Door het verleende uitstel voor het doen van aangifte is de navorderingstermijn verlengd. Van gewekt vertrouwen is geen sprake. De Inspecteur beschikt voorts over een nieuw feit om na te vorderen, aldus de Rechtbank. Op het moment dat de Inspecteur de primitieve aanslag oplegde, was er nog geen aanleiding voor nader onderzoek naar de aangifte van X. Er was nog nauwelijks jurisprudentie over de toepassing van artikel 15, lid 3, Verdrag Nederland-Zwitserland ten aanzien van medewerkers van de betreffende werkgever.

Metadata

Rubriek(en)
Formeel belastingrecht
Internationaal belastingrecht
Belastingtijdvak
2017
Instantie
Rechtbank Noord-Nederland
Datum instantie
27 maart 2024
Rolnummer
23/3271
ECLI
ECLI:NL:RBNNE:2024:1465
NLF-nummer
NLF 2024/1737
Aflevering
23 juli 2024
bwbv0004082&artikel=15&lid=3,bwbv0004082&artikel=15&lid=3

Naar de bovenkant van de pagina