Direct naar content gaan

Samenvatting

Novo Nordisk, een Deens farmaceutisch bedrijf, verkoopt geneesmiddelen in Hongarije, waarbij sommige worden gesubsidieerd door de NEAK, een beheersorgaan van de nationale zorgverzekering. De apotheken ontvangen betalingen van zowel de patiënt (eigen bijdrage) als de NEAK (subsidie). Novo Nordisk heeft met de NEAK prijs-volumeovereenkomsten gesloten, waarbij het bedrijf een percentage van haar omzet uit gesubsidieerde geneesmiddelen aan de NEAK moet afdragen. De bedragen die uit hoofde van deze verplichting verschuldigd zijn, worden geïnd door de belastingdienst, die deze onmiddellijk overmaakt aan de zorgverzekeraar.

In 2016 heeft Novo Nordisk geprobeerd de btw-maatstaf te verlagen door deze betalingen op te nemen in haar rectificerende btw-aangifte. De Hongaarse belastingdienst heeft de rectificerende aangifte afgewezen. De opgelegde betalingsverplichting is volgens de belastingdienst een bijzondere belasting en kan dus niet worden beschouwd als een prijsvermindering die de maatstaf van heffing verlaagt.

De Fővárosi Törvényszék (rechter voor de stad Boedapest, Hongarije) heeft hierover aan het HvJ een prejudiciële vraag gesteld.

Het HvJ verklaart voor recht dat de betalingen als in het hoofdgeding kwalificeren als prijsvermindering in de zin van artikel 90 Btw-richtlijn.

Conform conclusie A-G Ćapeta, ECLI:EU:C:2024:464.

Metadata

Rubriek(en)
Omzetbelasting
Belastingtijdvak
Januari 2016
Instantie
HvJ
Datum instantie
12 september 2024
Rolnummer
C-248/23
ECLI
ECLI:EU:C:2024:735
bwbv0001506&artikel=267,celex32006l0112&artikel=90

Naar de bovenkant van de pagina