Direct naar content gaan

Gerelateerde content

  • Wet en parlementaire geschiedenis
  • Internationale regelgeving
  • Lagere regelgeving
  • Besluiten
  • Jurisprudentie(3)
  • Commentaar NLFiscaal
  • Literatuur
  • Recent(2)

Samenvatting

Rechtbank Oost-Brabant heeft prejudiciële vragen aan de Hoge Raad voorgelegd betreffende de kosten die in rekening worden gebracht bij het opleggen van een naheffingsaanslag parkeerbelasting.

A-G Pauwels constateert dat de Rechtbank in wezen wenst te vernemen of de belastingrechter de ruimte heeft om te beoordelen of de gedraging die aanleiding geeft tot het opleggen van de naheffingsaanslag verwijtbaar is (verwijtbaarheidstoets) dan wel of het kostenverhaal passend en geboden is (passend-en-gebodentoets). De A-G meent dat die ruimte er (nagenoeg) niet is.

De A-G meent dat de prejudiciële vragen in de kern als volgt kunnen worden beantwoord:

Vraag 1a: Het kostenverhaal is niet aan te merken als een criminal charge.

Vraag 1b: Een gemeentelijke wetgever heeft de bevoegdheid om een parkeerbelasting te heffen, en hoeft daarbij niet kenbaar te maken dat de waarborgen van artikel 6 EVRM niet van toepassing zijn op het kostenverhaal.

Vraag 2: De belastingrechter kan niet aan een reflexwerking van artikel 6 EVRM de bevoegdheid ontlenen voor een verwijtbaarheidstoets en/of een passend-en-gebodentoets.

Vraag 3: Van beantwoording hiervan kan worden afgezien. Het is voor de toetsingsmogelijkheden van de belastingrechter niet relevant of het kostenverhaal al dan niet een herstelsanctie is, aangezien het kostenverhaal van een vast bedrag dwingend is voorgeschreven.

Vraag 4: Artikel 234 Gemw en artikel 20 AWR bieden geen grond voor een verwijtbaarheidstoets en/of een passend-en-gebodentoets. Toetsing van de beslissing tot naheffing of van het kostenverhaal aan het evenredigheidsbeginsel van artikel 3:4, lid 2, Awb is niet mogelijk. De belastingrechter is wel bevoegd artikel 20 AWR of artikel 234, lid 5, Gemw buiten toepassing te laten indien sprake is van bijzondere omstandigheden die niet of niet ten volle zijn verdisconteerd in de afweging van de wetgever en die tot gevolg hebben dat de toepassing zozeer in strijd komt met algemene rechtsbeginselen dat die toepassing achterwege moet blijven.

Metadata

Rubriek(en)
Formeel belastingrecht
Lokale heffingen
Belastingtijdvak
2022
Instantie
A-G
Datum instantie
28 juni 2024
Rolnummer
23/04840
ECLI
ECLI:NL:PHR:2024:710
Auteur(s)
mr. F.W. Wiggers
Belastingdienst
NLF-nummer
NLF 2024/1703
Aflevering
23 juli 2024
Judoregnummer
JCDI:NFB6502
bwbr0002320&artikel=20,bwbr0002320&artikel=20,bwbr0005416&artikel=234,bwbr0005416&artikel=234,bwbr0005537&artikel=3:4,bwbr0005537&artikel=3:4,bwbv0001000&artikel=6,bwbv0001000&artikel=6

Naar de bovenkant van de pagina

Cookies.

Onze website maakt gebruik van cookies om het gebruik en functionaliteit te waarborgen van deze website. Meer over ons cookiebeleid