Direct naar content gaan

Samenvatting

X (belanghebbende) en zijn drie medefirmanten (zijn echtgenote, broer en diens echtgenote) hebben de exploitatie van een vof in 2019 gestaakt en voor € 150.000 overgedragen aan twee nieuwe exploitanten. Volgens de koopovereenkomst zijn partijen als overnamedatum 1 januari 2019 overeengekomen. De feitelijke overdracht is echter uitgesteld tot 1 maart 2019. De vof is geregistreerd geweest in het inmiddels opgeheven FSV-systeem.

Tijdens een boekenonderzoek inzake de btw en LB heeft de Inspecteur voornoemde koopovereenkomst opgevraagd. Mede op basis van deze koopovereenkomst zijn bij de aanslag IB/PVV 2019 van X en de medefirmanten correcties aangebracht. In de aangiften is wel de staking vermeld maar geen stakingswinst verantwoord.

X betoogt in deze procedure dat hij wordt gediscrimineerd.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant acht de stelling van de Inspecteur aannemelijk dat de aanleiding voor het boekenonderzoek niet de opname in de FSV-databank als zodanig was, maar een vermoeden van fraude met omzet- en loonbelasting. Aannemelijk is dat de aanleiding voor de correctie over het jaar 2019 haar grondslag vond in de niet aangegeven stakingswinst. X was voorts ook in het kader van de aanslagoplegging over het jaar 2019 verplicht de koopovereenkomst te verstrekken. X maakt niet aannemelijk dat hij in 2019 aan het urencriterium voor de zelfstandigenaftrek heeft voldaan. De Rechtbank neemt hierbij in aanmerking dat de onderneming vanaf 1 maart 2019 niet langer voor rekening en risico van X werd gedreven.

Het beroep is ongegrond.

Metadata

Rubriek(en)
Inkomstenbelasting
Formeel belastingrecht
Belastingtijdvak
2019
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Datum instantie
23 juli 2024
Rolnummer
23/3687; 23/3688
ECLI
ECLI:NL:RBZWB:2024:5068
NLF-nummer
NLF 2024/1814
Aflevering
6 augustus 2024
bwbr0011353&artikel=3.6,bwbr0011353&artikel=3.6

Naar de bovenkant van de pagina