Direct naar content gaan

Samenvatting

Een btw-ondernemer heeft een kantoorpand laten bouwen dat vervolgens enkele jaren vrijgesteld is verhuurd, waarna het pand –nog gedurende de herzieningsperiode – leeg kwam te staan. Enige jaren later is het pand weer in de verhuur gekomen, ditmaal belast.
Wat zijn nu de gevolgen van de leegstand voor de herziening van de aftrek?
Rechtbank Arnhem oordeelde dat de ondernemer in het in geding zijnde ‘herzieningsjaar’ recht heeft op aftrek c.q. teruggaaf van 1/10e deel van de bij de ingebruikneming van het kantoorpand verschuldigd geworden omzetbelasting omdat zij aannemelijk achtte dat hij gedurende de periode van leegstand voornemens was het kantoorpand belast te gaan verhuren.
Tegen dit oordeel heeft de Staatssecretaris sprongcassatieberoep ingesteld bij de Hoge Raad.
Dat heeft hij tevergeefs gedaan, want de Hoge Raad is het met de Rechtbank eens.
Onder de omstandigheden van het geval moet ervan worden uitgegaan dat vanaf het tijdstip van de beëindiging van de verhuur sprake is van (voorgenomen) gebruik voor belaste handelingen, waardoor herziening mogelijk is, aldus de Hoge Raad.
Anders A-G Van Hilten die prejudiciële vragen aan het Hof van Justitie EU had voorgesteld.

Metadata

Rubriek(en)
Omzetbelasting
Belastingtijdvak
2010
Instantie
HR
Datum instantie
13 juni 2014
Rolnummer
13/00282
ECLI
ECLI:NL:HR:2014:1376
bwbr0002629&artikel=11&lid=1,bwbr0002629&artikel=11&lid=1,bwbr0002629&artikel=11&lid=5

Naar de bovenkant van de pagina

Cookies.

Onze website maakt gebruik van cookies om het gebruik en functionaliteit te waarborgen van deze website. Meer over ons cookiebeleid