Direct naar content gaan

Samenvatting

X (belanghebbende) is in januari 2012 in dienst getreden bij een werkgever in Nederland. De arbeidsovereenkomst is op 22 december 2011 gesloten. Voorafgaande aan zijn dienstverband woonde X in Duitsland in een plaats die ligt op een afstand van minder dan 150 km van de Nederlandse grens.

De Inspecteur heeft het verzoek om toepassing van de 30%-regeling ten aanzien van X afgewezen omdat bij aanvang van het dienstverband (2012) niet is voldaan aan het per 1 januari 2012 ingevoerde 150-kilometercriterium.

Volgens Rechtbank Den Haag is dat onterecht. De Rechtbank heeft het arrest HR 19 juni 2015, 14/01755, ECLI:NL:HR:2015:167 als uitgangspunt genomen en geoordeeld dat de toets of de betrokken werknemer over de vereiste specifieke deskundigheid beschikt, moet worden aangelegd naar het moment waarop de arbeidsovereenkomst (2011) tot stand is gekomen. Daaraan heeft de Rechtbank de conclusie verbonden dat het 150-kilometercriterium in het onderhavige geval niet van toepassing is.

De Inspecteur heeft hoger beroep ingesteld en Hof Den Haag acht dat gegrond.

Volgens het Hof is het 150-kilometercriterium een afzonderlijk vereiste, dat losstaat van de deskundigheidstoets. Hierbij is niet de datum van het sluiten van de arbeidsovereenkomst bepalend, maar de datum van de tewerkstelling in Nederland. Voorts moet worden uitgegaan van onmiddellijke werking van het 150-kilometercriterium.

Het Hof komt tot het oordeel dat in het onderhavige geval ten tijde van de tewerkstelling in januari 2012 het 150-kilometercriterium van kracht was, zodat de Inspecteur terecht heeft getoetst of X daaraan voldeed. Tussen partijen is niet in geschil dat X in de aan de tewerkstelling in Nederland voorafgaande 24 maanden woonachtig was binnen 150 kilometer van de Nederlandse grens. X kan dan ook niet als een ‘ingekomen werknemer’ in de zin van de 30%-regeling worden beschouwd en komt niet in aanmerking voor toepassing van de bewijsregel.

Dit laat overigens onverlet dat de werkgever van X de daadwerkelijk gemaakte extraterritoriale kosten onbelast aan X kan vergoeden ingevolge de hoofdregel van artikel 31a, lid 2, aanhef en onderdeel e, Wet LB 1964.

Metadata

Rubriek(en)
Loonbelasting
Belastingtijdvak
2012
Instantie
Hof Den Haag
Datum instantie
19 december 2017
Rolnummer
17/00706
ECLI
ECLI:NL:GHDHA:2017:3606
NLF-nummer
NLF 2018/0008
Aflevering
4 januari 2018
bwbr0002471&artikel=31a&lid=2,bwbr0002471&artikel=31a&lid=2,bwbr0002489&artikel=10e,bwbr0002489&artikel=10e

Naar de bovenkant van de pagina