Direct naar content gaan

Gerelateerde content

  • Wet en parlementaire geschiedenis
  • Internationale regelgeving
  • Lagere regelgeving
  • Besluiten
  • Jurisprudentie
  • Commentaar NLFiscaal
  • Literatuur
  • Recent

Samenvatting

De Zweedse verzekeringsmaatschappij Skandia wil alle werkzaamheden voor haar dochter Livbolaget gaan verrichten opdat in ruime zin één onderneming ontstaat. Daarbij zou Skandia onder meer alle personeel van de dochter overnemen en haar voor de verrichte activiteiten een commerciële prijs in rekening brengen. Op haar verzoek om een vóórbeslissing had Skandia te horen gekregen dat de werkzaamheden voor Skandia geen vrijgestelde werkzaamheden ter zake van verzekering als bedoeld in artikel 13B, sub a Zesde Richtlijn waren en dus met BTW belast. Met die opvatting is het Hof het eens mede omdat Skandia niet het risico van de verzekeringen van Livbolaget zal overnemen. Het zet uitvoerig uiteen waarom het arrest van 5 juni 1997, SDC, C-2/95 voor deze casus geen consequenties heeft.

Metadata

Rubriek(en)
Omzetbelasting
Belastingtijdvak
-
Instantie
HvJ
Datum instantie
8 maart 2001
Rolnummer
C-240/99
ECLI
ECLI:EU:C:2001:140

Naar de bovenkant van de pagina

Cookies.

Onze website maakt gebruik van cookies om het gebruik en functionaliteit te waarborgen van deze website. Meer over ons cookiebeleid