Direct naar content gaan

Gerelateerde content

Samenvatting

X (belanghebbende) exploiteert een afvalenergiecentrale waar afvalstoffen als bedoeld in de Wbm worden verbrand.

X heeft over het tijdvak september 2021 op aangifte een bedrag van € 527.946 aan afvalstoffenbelasting voldaan. Zij stelt zich op het standpunt dat zij recht heeft op een belastingvermindering voor de hoeveelheid uit het afval afkomstige koolstof en zuurstof die na verbranding de inrichting als onderdeel en in de vorm van CO2 via de schoorsteen hebben verlaten.

Rechtbank Noord-Nederland dient in dit verband te beoordelen hoe artikel 27, lid 1, Wbm moet worden uitgelegd. Zij ziet een spanningsveld tussen de wettekst enerzijds en doel en strekking van de afvalstoffenbelasting anderzijds. Volgens de Rechtbank gaat een grammaticale uitleg van de wettekst echter voor een mogelijk andere uitleg op basis van (delen van) de parlementaire geschiedenis.

Aan X moet een vermindering worden verleend voor het uit het afval afkomstige gedeelte van de CO2 die de inrichting via de schoorsteen heeft verlaten. Voor deze procedure is tussen partijen de afspraak gemaakt dat voor de berekening van die vermindering de NEa-systematiek gevolgd kan worden. De vermindering bedraagt volgens de NEa-systematiek € 280.615 voor het tijdvak september 2021.

Metadata

Rubriek(en)
Milieu- en energieheffingen
Belastingtijdvak
september 2021
Instantie
Rechtbank Noord-Nederland
Datum instantie
16 mei 2024
Rolnummer
23/2611
ECLI
ECLI:NL:RBNNE:2024:1857
NLF-nummer
NLF 2024/1280
Aflevering
28 mei 2024
bwbr0007168&artikel=27,bwbr0007168&artikel=27

Naar de bovenkant van de pagina