Direct naar content gaan

Gerelateerde content

Samenvatting

De staatssecretaris van Financiën heeft zijn (pro-forma)cassatieberoep tegen de uitspraak van Hof Den Bosch van 27 maart 2024 (22/01346, ECLI:NL:GHSHE:2024:1049) ingetrokken.

De casus is als volgt.

X (belanghebbende), een dj, woonde in 2017 in Nederland en trad onder meer op in de Verenigde Staten van Amerika (hierna: VS). Hij maakte voor zijn optredens in de VS gebruik van een LLC. Aangezien een LLC voor Amerikaanse fiscale doeleinden transparant is, is in de VS de nettowinst uit de door de LLC gecontracteerde optredens bij X belast met Amerikaanse inkomstenbelasting.

Bij het Hof was in geschil of X de Amerikaanse inkomstenbelasting mag verrekenen met de inkomstenbelasting die hij in Nederland is verschuldigd over het inkomen uit de VS. Het Hof heeft die vraag bevestigend beantwoord. Naar het oordeel van het Hof heeft X, gelet op de omstandigheid dat hij voor alle inkomsten van de LLC persoonlijk in de Amerikaanse heffing van inkomstenbelasting is betrokken, recht op aftrek ter voorkoming van dubbele belasting volgens de verrekeningsmethode.

Het Hof is van oordeel dat in Nederland het gehele inkomen uit de VS bij X is belast als winst uit onderneming (met toepassing van de mkb-winstvrijstelling). Dit oordeel getuigt volgens de staatssecretaris van een onjuiste rechtsopvatting. Het Hof gaat eraan voorbij dat voor Nederlandse fiscale doeleinden een LLC niet-transparant is. Het oordeel van het Hof sluit echter aan bij het (subsidiaire) standpunt van de Inspecteur. In dat licht bezien kan de staatssecretaris zich vinden in het uiteindelijke oordeel van het Hof dat X de over het inkomen uit de VS van hem geheven Amerikaanse inkomstenbelasting mag verrekenen met de over het inkomen uit de VS te betalen Nederlandse inkomstenbelasting. Daarom geeft hij er de voorkeur aan om te berusten in de uitspraak en het (pro-forma)cassatieberoep in te trekken.

Metadata

Rubriek(en)
Internationaal belastingrecht
Inkomstenbelasting
Belastingtijdvak
2017
Instantie
MvF
Datum instantie
10 juni 2024
Rolnummer
2024-0000339553
Auteur(s)
dr. mr. M. van Dun
PwC/Universiteit van Amsterdam
NLF-nummer
NLF 2024/1484
Aflevering
25 juni 2024
Judoregnummer
JCDI:NFB6467
bwbv0001109&artikel=18,bwbv0001109&artikel=18,bwbv0001109&artikel=24,bwbv0001109&artikel=24,bwbv0001109&artikel=25,bwbv0001109&artikel=25

Naar de bovenkant van de pagina