Direct naar content gaan

Gerelateerde content

  • Wet en parlementaire geschiedenis
  • Internationale regelgeving
  • Lagere regelgeving
  • Besluiten
  • Jurisprudentie
  • Commentaar NLFiscaal
  • Literatuur
  • Recent

Samenvatting

Belanghebbende is van 1 januari tot 1 juli woonachtig in Nederland (hierna: de binnenlandse periode). Van 1 juli tot en met 31 december is hij woonachtig in België (hierna: de buitenlandse periode). In het kalenderjaar ontvangt hij € 40.000 pensioen uit Nederland (in privaatrechtelijk dienstverband opgebouwd), waarvan € 20.000 is genoten in de binnenlandse periode en € 20.000 is genoten in de buitenlandse periode. Het pensioen is in het verleden volledig gefacilieerd opgebouwd in Nederland en wordt in België niet tegen het algemeen van toepassing zijnde belastingtarief voor inkomsten verkregen uit niet zelfstandige beroepen (hierna: onvoldoende) in de belastingheffing betrokken. Vast staat dat het pensioen (ook) in de buitenlandse periode een Nederlandse bron van inkomen vormt, op grond van artikel 7.2, lid 2, onderdeel b, Wet IB 2001.

Vraag

Mag Nederland het pensioen dat is genoten in de buitenlandse periode belasten op grond van artikel 18, lid 2, Verdrag Nederland-België? Meer specifiek is de vraag of de € 25.000-grens als opgenomen in de laatste volzin van de verdragsbepaling (hierna: de € 25.000-grens) in een migratiejaar moet worden getoetst op basis van het totaalbedrag aan pensioen genoten in het kalenderjaar, of slechts op basis van het bedrag aan pensioen genoten in de buitenlandse periode binnen het kalenderjaar. Aan de voorwaarden die artikel 18, lid 2, onderdeel a en b, Verdrag NL-Nederland-België stellen, wordt in casu voldaan.

Antwoord

Nee. Nederland mag het pensioen dat is genoten in de buitenlandse periode niet belasten, de € 25.000-grens moet worden getoetst op basis van het bedrag aan pensioen dat is genoten in de buitenlandse periode. Artikel 18, lid 2, laatste volzin, Verdrag Nederland-België spreekt van ‘het totale brutobedrag van de inkomstenbestanddelen die op grond van het vorenstaande in de verdragsluitende Staat waaruit zij afkomstig zijn, belastbaar zouden zijn’. Daarmee wordt verwezen naar de onderdeel a en b van artikel 18, lid 2, Verdrag Nederland-België. Op het deel van het pensioen dat is genoten in de binnenlandse periode zijn deze onderdelen op grond van de letterlijke verdragstekst niet van toepassing. Daarom kan dat deel van het pensioen hier niet worden meegeteld.

NB. Zie KG:041:2024:21 voor het standpunt ten aanzien van de € 15.000-grens in het Verdrag Nederland-Duitsland.

Metadata

Rubriek(en)
Internationaal belastingrecht
Belastingtijdvak
2024
Instantie
Belastingdienst
Datum instantie
17 september 2024
Rolnummer
KG:041:2024:20
NLF-nummer
NLF 2024/2097
Aflevering
17 september 2024
bwbr0011353&artikel=7.2&lid=2,bwbr0011353&artikel=7.2&lid=2,bwbv0001563&artikel=18&lid=2,bwbv0001563&artikel=18&lid=2

Naar de bovenkant van de pagina

Cookies.

Onze website maakt gebruik van cookies om het gebruik en functionaliteit te waarborgen van deze website. Meer over ons cookiebeleid