Direct naar content gaan

Samenvatting

Banca Mediolanum SpA (hierna: de bank) maakt deel uit van meerdere vennootschappen. De dochterondernemingen hebben hun fiscale woonplaats in Ierland, Luxemburg en Spanje, en zijn daar onderworpen aan vennootschapsbelasting. Zij hebben niets ingehouden op de aan de bank uitgekeerde dividenden, omdat voldaan was aan de vrijstelling van bronbelasting voor dividenden die zijn uitgekeerd aan dochterondernemingen in de zin van Richtlijn 2011/96 (hierna: Moeder-dochterrichtlijn). De bank heeft verzocht om een teruggave van te veel betaalde belasting, vanwege (een aangenomen) strijd van de nationale regels met de Moeder-dochterrichtlijn. Dit verzoek is afgewezen.

Op grond van de Italiaanse regelgeving moet bij moedermaatschappijen 50% van de dividenden die worden uitgekeerd door in andere lidstaten gevestigde vennootschappen (de dochterondernemingen), onderworpen worden aan een ‘IRAP’-heffing. Het is de vraag of deze regelgeving in strijd is met artikel 4 Moeder-dochterrichtlijn.

In dit verband is in de onderhavige drie zaken aan het HvJ de volgende (identieke) prejudiciële vraag gesteld:

Is de door de Italiaanse Republiek in artikel 6, lid 1, Wetsbesluit 446/1997 neergelegde eis om 50% van de dividenden, die in Italië gevestigde financiële intermediairs die zijn aan te merken als moedermaatschappijen in de zin van de Moeder-dochterrichtlijn hebben ontvangen van in andere lidstaten gevestigde vennootschappen die zijn aan te merken als dochterondernemingen in de zin van die richtlijn, te onderwerpen aan de heffing van de IRAP, terwijl die moedermaatschappijen het gedeelte van de vennootschapsbelasting dat betrekking heeft op die winsten en is betaald door de dochterondernemingen niet mogen aftrekken van de IRAP, verenigbaar met het verbod van artikel 4 van die richtlijn om de winsten die de in een lidstaat gevestigde moedermaatschappijen hebben ontvangen van in andere lidstaten gevestigde dochterondernemingen te belasten tegen een percentage dat hoger is dan 5% van het bedrag in kwestie?

Metadata

Rubriek(en)
Europees belastingrecht
Belastingtijdvak
2019
Instantie
HvJ
Datum instantie
14 mei 2024
Rolnummer
C-92/24; C-93/24; C-94/24
NLF-nummer
NLF 2024/1299
Aflevering
4 juni 2024
celex32011l0096&artikel=4,celex32011l0096&artikel=4

Naar de bovenkant van de pagina