Direct naar content gaan

Gerelateerde content

  • Wet en parlementaire geschiedenis
  • Internationale regelgeving
  • Lagere regelgeving
  • Besluiten
  • Jurisprudentie
  • Commentaar NLFiscaal
  • Literatuur
  • Recent

Samenvatting

Deze kortgedingzaak betreft een geschil tussen drie broers, bestuurders van verschillende vennootschappen, en de Belastingdienst (procespartij: de Staat der Nederlanden). De Belastingdienst is bezig met boekenonderzoeken naar verschillende vennootschappen van de drie broers omdat btw-fraude wordt vermoed. De broers beschuldigen de Belastingdienst van etnisch profileren en onrechtmatig handelen, mede vanwege de lange duur van het onderzoek en uitblijvende uitbetalingen.

De Belastingdienst verdedigt het onderzoek, wijzend op geconstateerde onregelmatigheden en een FIOD-onderzoek naar belastingfraude. De voorzieningenrechter van Rechtbank Overijssel acht het boekenonderzoek gerechtvaardigd en wijst de vorderingen van de broers af, inclusief hun eis om beschikkingen van de Ontvanger uit te betalen en disproportionele controles te stoppen.

De voorzieningenrechter oordeelt dat de broers niet-ontvankelijk zijn met betrekking tot de vordering dat de Belastingdienst de reeds toegekende beschikkingen moet uitbetalen. Deze vordering hadden zij tegen de Ontvanger moeten instellen en niet tegen de Staat. Wat betreft de overige vorderingen is de voorzieningenrechter van oordeel dat niet is gebleken dat de Belastingdienst met de uitvoering en de duur van het boekenonderzoek onrechtmatig jegens de broers handelt, waardoor de vorderingen worden afgewezen. De broers worden veroordeeld in de proceskosten (€ 1.973).

Metadata

Rubriek(en)
Formeel belastingrecht
Belastingtijdvak
2022
Instantie
Rechtbank Overijssel
Datum instantie
3 juli 2024
Rolnummer
C/08/315096/KG, ZA, 24-115
ECLI
ECLI:NL:RBOVE:2024:3517
NLF-nummer
NLF 2024/1781
Aflevering
30 juli 2024

Naar de bovenkant van de pagina