Direct naar content gaan

Gerelateerde content

  • Wet en parlementaire geschiedenis
  • Internationale regelgeving
  • Lagere regelgeving
  • Besluiten
  • Jurisprudentie(5)
  • Commentaar NLFiscaal
  • Literatuur
  • Recent

Samenvatting

X (bv; belanghebbende) heeft als direct vertegenwoordigde aangiften ten invoer laten doen van videotuners. Aan X zijn 2 utb’s opgelegd vanwege een onjuiste tariefindeling voor de douanerechten.

Eén utb is later verminderd.

Rechtbank Noord-Holland heeft de beroepen van X ongegrond verklaard.

X heeft hoger beroep ingesteld bij Hof Amsterdam.

Uit het arrest HR 4 november 2016, 14/05469, ECLI:NL:HR:2016:2494 volgt dat de door de Inspecteur toegepaste tariefpost 8528 71 19 juist is, zodat het hoger beroep van X in zoverre faalt.

Het Hof beslist verder dat het verdedigingsbeginsel niet geschonden is en evenmin het zorgvuldigheidsbeginsel.

Gelet op het arrest HR 20 november 2015, 14/03271, ECLI:NL:HR:2015:3316, vindt de stelling van X, dat vermindering van een utb moet resulteren in een vernietiging van de gehele utb of zelfs van alle op het aanslagbiljet vermelde utb’s, geen steun in het recht. Ook deze stelling wordt daarom verworpen.

Het hoger beroep is ongegrond.

Metadata

Rubriek(en)
Douane
Belastingtijdvak
2008
Instantie
Hof Amsterdam
Datum instantie
15 juni 2017
Rolnummer
13/00307 en 13/00308
ECLI
ECLI:NL:GHAMS:2017:3998
NLF-nummer
NLF 2017/2526
Aflevering
26 oktober 2017
bwbr-commun&artikel=221,bwbr-commun&artikel=221

Naar de bovenkant van de pagina

Cookies.

Onze website maakt gebruik van cookies om het gebruik en functionaliteit te waarborgen van deze website. Meer over ons cookiebeleid