Direct naar content gaan

Samenvatting

In deze fiscale strafzaak heeft Hof Arnhem-Leeuwarden X veroordeeld tot een gevangenisstraf van acht maanden, waarvan drie maanden voorwaardelijk, voor opzettelijk een bij de belastingwet voorziene aangifte onjuist doen, terwijl het feit ertoe strekt dat te weinig belasting wordt geheven. X heeft eerder herziening gevraagd van de hierboven genoemde veroordeling. Die aanvraag is door de Hoge Raad bij arrest van 28 september 2021, 21/01147, ECLI:NL:HR:2021:1402 afgewezen.

Vervolgens heeft X opnieuw een herzieningsverzoek ingediend bij de Hoge Raad.

Als grondslag voor een herziening kan, voor zover hier van belang, volgens artikel 457, lid 1, aanhef en onderdeel c, Sv. alleen dienen een met stukken onderbouwd gegeven dat bij het onderzoek op de terechtzitting aan de rechter niet bekend was en dat het ernstige vermoeden wekt dat als dit gegeven bekend zou zijn geweest, het onderzoek van de zaak zou hebben geleid hetzij tot een vrijspraak van de gewezen verdachte, hetzij tot een ontslag van alle rechtsvervolging, hetzij tot de niet-ontvankelijkverklaring van het Openbaar Ministerie, hetzij tot de toepassing van een minder zware strafbepaling.

Het hernieuwde verzoek wordt wederom afgewezen. De bij de hernieuwde aanvraag gevoegde verklaringen – elk voor zich en in onderling verband beschouwd – leveren niet een gegeven op als bedoeld in artikel 457, lid 1, aanhef en onderdeel c, Sv., aldus de Hoge Raad.

Metadata

Rubriek(en)
Strafrecht
Belastingtijdvak
2007
Instantie
HR
Datum instantie
11 juli 2023
Rolnummer
23/01347
ECLI
ECLI:NL:HR:2023:1035
NLF-nummer
NLF 2023/1648
Aflevering
20 juli 2023
bwbr0002320&artikel=69,bwbr0002320&artikel=69

Naar de bovenkant van de pagina