Samenvatting
In deze bijdrage reageert Willibrord Egelie op de beschouwing van Rutger Hafkenscheid over de onzakelijke lening. Hij stelt dat het hem (als ‘eenvoudig jurist’) ontbreekt aan voldoende kennis om adequaat te reageren op het nogal intimiderende rekenwerk in deze beschouwing. Hij reageert daarentegen graag op het onderdeel waarin Hafkenscheid het begrip ‘een in wezen winstdelende lening’ onderzoekt. Na een korte reactie op Hafkenscheids betoog over de onmogelijke lening staat hij stil bij de zogenoemde ‘WEV-renteregel’.
NLF-W artikel
1. Inleiding
In deze bijdrage reageer ik op een lezenswaardige beschouwing van Rutger Hafkenscheid. Vooraf zij opgemerkt dat mijn reactie beperkt is. Het ontbreekt mij (eenvoudig jurist) aan voldoende kennis en kunde om adequaat te reageren op het nogal intimiderende rekenwerk in paragraaf 4.
Ik reageer daarentegen graag op paragraaf 2 waarin Hafkenscheid op zoek gaat naar de afbakening van de onzakelijke lening, meer in het bijzonder op het begrip ‘een in wezen winstdelende lening’. Ook reageer ik kort op Hafkenscheids betoog over de onmogelijke lening.