Direct naar content gaan

Samenvatting

X (belanghebbende) bezit participaties ter zake van plantages met teakbomen in Brazilië en Costa Rica. Hij heeft de participaties in de periode 2001-2005 gekocht van A en B voor resp. € 72.700 en € 500.000. In oktober 2011 zijn de participaties B ingebracht in teakfonds CATF.

CATF is bij beschikking van 10 juni 2020 failliet verklaard en er is een curator aangesteld.

X heeft ter zake van de deelnemingsrechten in CATF geen uitkeringen ontvangen.

De Inspecteur is bij de aanslag IB/PVV 2017 afgeweken van de aangifte en heeft de participaties A en de deelnemingsrechten CATF tot de bezittingen in box 3 gerekend voor bedragen van resp. € 21.551 en € 749.561.

Rechtbank Den Haag heeft aangesloten bij het werkelijke rendement en heeft het inkomen uit sparen en beleggen voor 2017 vastgesteld op nihil. De Inspecteur heeft daarop hoger beroep ingesteld maar Hof Den Haag verklaart dat ongegrond.

Het rendement van de CATF-rechten is nihil en het werkelijke rendement van het gehele vermogen in box 3 komt zelfs uit op € 1.737 negatief. Gelet hierop heeft de Rechtbank terecht en op goede gronden het inkomen uit sparen en beleggen voor 2017 vastgesteld op nihil.

Metadata

Rubriek(en)
Inkomstenbelasting
Belastingtijdvak
2017
Instantie
Hof Den Haag
Datum instantie
29 mei 2024
Rolnummer
23/674
ECLI
ECLI:NL:GHDHA:2024:851
NLF-nummer
NLF 2024/1662
Aflevering
16 juli 2024
bwbr0011353&artikel=5.2,bwbr0011353&artikel=5.2,bwbv0001001&artikel=1,bwbv0001001&artikel=1

Naar de bovenkant van de pagina