Direct naar content gaan

Gerelateerde content

Samenvatting

Op 5 november 2021 wees de Hoge Raad een arrest (20/03338, ECLI:NL:HR:2021:1510, NLF 2021/2168) over de wijze waarop de betekeningskosten van een dwangbevel in rekening kunnen worden gebracht. Artikel 4:122, lid 1, aanhef en onderdeel d, Awb bepaalt dat de kosten van het dwangbevel óp het dwangbevel worden vermeld. Als de kosten niet op het dwangbevel worden vermeld dan brengt dit volgens de Hoge Raad niet mee dat de kosten van het dwangbevel niet rechtsgeldig in rekening zijn gebracht; ze kunnen ook in rekening worden gebracht door vermelding op de akte van betekening. Wel brengt het niet vermelden van die kosten op het dwangbevel volgens de Hoge Raad mee dat de ontvanger ter zake van die kosten geen executoriale titel verkrijgt.

In het kader van dit arrest is ten aanzien van de betekeningskosten van de uniforme titel de navolgende hoofdvraag met subvragen opgekomen.

Vragen
  1. Is artikel 4:122 Awb ook van toepassing op de betekening van de uniforme titel zoals bedoeld in artikel 12 Richtlijn 2010/24.
  2. Zo ja, is het vermelden van de betekeningskosten op de akte van betekening van de uniforme titel in het licht van het arrest HR 5 november 2021, ECLI:NL:HR:2021:1510 dan nog wel de gewenste werkwijze?
  3. Zo ja, kan de dwanginvordering van die betekeningskosten dan alleen plaatsvinden door middel van een separate executoriale titel?
  4. Zo nee, is er dan nog altijd reden om de betekeningskosten van de uniforme titel te berekenen conform artikel 3, lid 1, Kostenwet?
Antwoorden
  1. Nee, omdat de uniforme titel zoals bedoeld in artikel 12 Richtlijn 2010/24 geen dwangbevel is in de zin van artikel 4:114 Awb, is artikel 4:122 Awb niet van toepassing op kosten voor de betekening van de uniforme titel. Voor de betekening van de uniforme titel met bevel tot betaling moet aangesloten worden bij artikel 3, lid 2, Kostenwet. Dat artikellid bepaalt de kosten voor het ingevolge wettelijk voorschrift doen van een ander exploot.
  2. Het antwoord op de hoofdvraag luidt ontkennend, zodat beantwoording van deze subvraag in principe niet aan de orde is. De Kennisgroep merkt echter op dat de betekeningskosten op de akte van betekening vermeld moeten worden, omdat het wettelijk kader niet voorziet in de mogelijkheid om die kosten op de uniforme titel zelf te vermelden.
  3. Het antwoord op de hoofdvraag luidt ontkennend, zodat beantwoording van deze subvraag in principe niet aan de orde is. De Kennisgroep merkt echter op dat het juist is dat de dwanginvordering van de betekeningskosten van de uniforme titel alleen plaats kan vinden na verkrijging van een separate executoriale titel ten aanzien van die kosten. Buiten de dwanginvordering bestaat desalniettemin de mogelijkheid van verrekening enerzijds en inhouding op het aan de verzoekende lidstaat als invorderingsopbrengst over te maken bedrag anderzijds, zodat het – mede gelet op de hoogte van de kosten – in de regel niet opportuun zal zijn om enkel voor de betekeningskosten van de uniforme titel een procedure ter verkrijging van een executoriale titel te initiëren.
  4. Aangezien de uniforme titel geen dwangbevel is in de zin van artikel 4:114 Awb, is artikel 3, lid 1, Kostenwet niet van toepassing. Voor de betekening van de uniforme titel met bevel tot betaling kunnen kosten in rekening worden gebracht op grond van artikel 3, lid 2, Kostenwet Dat artikellid bepaalt de kosten voor het ingevolge wettelijk voorschrift doen van een ander exploot.

Metadata

Rubriek(en)
Invordering
Belastingtijdvak
2024 e.v.
Instantie
Belastingdienst
Datum instantie
10 juni 2024
Rolnummer
KG:207:2024:5
NLF-nummer
NLF 2024/1400
Aflevering
11 juni 2024
bwbr0002645&artikel=3,bwbr0002645&artikel=3,bwbr0005537&artikel=4:122,bwbr0005537&artikel=4:122

Naar de bovenkant van de pagina