Direct naar content gaan

Gerelateerde content

Samenvatting

In een zeer uitvoerige Hofuitspraak spitst ten aanzien van een verkocht perceel grond het geschil zich toe op de vragen (1) of de koper aan de grond een agrarische bestemming heeft gegeven, (2) of de grond verkocht is voor de agrarische waarde (WEVAB) en zo niet wat de agrarische waarde wel is. Aangezien de koper van de grond, grond bezit met een agrarische bestemming maar ook met andere bestemmingen en over de aanvankelijke bestemming en de kwaliteit van de grond veel verschil van inzicht bestaat, leidt het Hof in hoger beroep uit de uitzonderlijk hoge prijs die voor de grond is betaald en het gebruik dat er later van is gemaakt, af dat de grond voor andere dan agrarische doeleinden is gekocht.
De op de verkoop van de grond betrekking hebbende aanslagen worden verminderd omdat het Hof de agrarische waarde hoger bepaalt dan de inspecteur heeft gedaan.
Tegen dit oordeel heeft de belastingplichtige cassatieberoep ingesteld. De Hoge Raad doet dit af met toepassing van artikel 81 Wet RO. Wel komt nog de vraag aan de orde of het mogelijk is om na de sluiting van het onderzoek ter zitting de rechtsstrijd uit te breiden. Dat is niet het geval, aldus de Hoge Raad. Als zoiets toch gebeurt hoeft de belastingrechter daar geen acht op te slaan. Het cassatieberoep van de belastingplichtige wordt ongegrond verklaard.

Metadata

Rubriek(en)
Formeel belastingrecht
Belastingtijdvak
2000
Instantie
HR
Datum instantie
13 november 2009
Rolnummer
08.03055
ECLI
ECLI:NL:HR:2009:BK3069
bwbr0005537&artikel=8:68&lid=1

Naar de bovenkant van de pagina