Direct naar content gaan

Gerelateerde content

Samenvatting

X (belanghebbende) heeft een aanvraag ingediend voor het bouwen van een vrijstaande woning op het perceel waarop de woning van zijn ouders staat. Het aangevraagde bouwplan was in strijd met het bestemmingsplan en de gevraagde omgevingsvergunning is geweigerd. Na beroep en hoger beroep is de weigering van de omgevingsvergunning onherroepelijk geworden.

De Heffingsambtenaar heeft aan X een aanslag leges opgelegd naar een bedrag van € 6.916,20. X komt in deze procedure tevergeefs op tegen de legesheffing.

X heeft een aanvraag om een omgevingsvergunning ingediend die in behandeling is genomen en waarbij de aanvraag in ieder geval ook aan het bestemmingsplan is getoetst. Dit betekent dat sprake is van een aan X verleende dienst als bedoeld in de verordening zodat terecht leges zijn geheven.

Voor zover X in hoger beroep zijn stellingen heeft gehandhaafd over de zogenoemde legessanctie van artikel 3.1a, gelezen in samenhang met artikel 3.1, lid 4, Wet op de ruimtelijke ordening, stelt Hof Arnhem-Leeuwarden op basis van de gedingstukken vast dat het bestemmingsplan elektronisch raadpleegbaar was, zodat de legessanctie niet van toepassing is.

Metadata

Rubriek(en)
Lokale heffingen
Belastingtijdvak
2020
Instantie
Hof Arnhem-Leeuwarden
Datum instantie
27 augustus 2024
Rolnummer
23/2422
ECLI
ECLI:NL:GHARL:2024:5499
NLF-nummer
NLF 2024/2030
Aflevering
10 september 2024
bwbr0005416&artikel=229,bwbr0005416&artikel=229

Naar de bovenkant van de pagina