Direct naar content gaan

Samenvatting

X (belanghebbende) heeft op 28 juni 2021 een recreatiewoning verworven voor een verkrijgingsprijs van € 240.000. X bewoont de (recreatie)woning permanent. Dit is toegestaan door de gemeente Midden-Groningen. Bij de akte van levering van de woning is in juni 2021 geen schriftelijke verklaring gevoegd van X waarin zij verklaart dat zij de woning anders dan tijdelijk als haar hoofdverblijf gaat gebruiken.

Op 28 juni 2021 heeft de notaris namens X aangifte overdrachtsbelasting gedaan voor de verkrijging van de woning naar een tarief van 8%. Het bedrag is op 14 juli 2021 voldaan. X heeft hiervoor op 2 juli 2021 een (voorlopige) afrekening verkregen. Op 7 juni 2022 is namens X verzocht om vermindering van de op aangifte voldane overdrachtsbelasting tot € 4.800 (zijnde 2% van de verkrijgingsprijs van € 240.000).

Dit verzoek is door de Inspecteur aangemerkt als een bezwaar tegen de voldoening op aangifte en is niet-ontvankelijk verklaard. De Inspecteur heeft ook ambtshalve beoordeeld dat X geen recht heeft op vermindering van de op aangifte voldane overdrachtsbelasting.

X stelt in deze procedure tevergeefs dat zij ontvankelijk is in haar bezwaar.

Het bezwaarschrift is ruim buiten de bezwaartermijn ingediend. Het bezwaarschrift is daarom in beginsel niet-ontvankelijk. Het beroep van X op het besluit van 22 september 2022 (2022-1, NLF 2022/1942) baat haar niet. De termijnoverschrijding is ook niet verschoonbaar.

Het beroep is ongegrond, oordeelt Rechtbank Noord-Nederland.

Metadata

Rubriek(en)
Formeel belastingrecht
Belastingtijdvak
2021
Instantie
Rechtbank Noord-Nederland
Datum instantie
8 februari 2024
Rolnummer
23/2273
ECLI
ECLI:NL:RBNNE:2024:311
NLF-nummer
NLF 2024/1386
Aflevering
11 juni 2024
bwbr0005537&artikel=6:11,bwbr0005537&artikel=6:11,bwbr0005537&artikel=6:7,bwbr0005537&artikel=6:7,bwbr0005537&artikel=6:9,bwbr0005537&artikel=6:9

Naar de bovenkant van de pagina