Direct naar content gaan

Samenvatting

Deze conclusie van A-G Koopman gaat over de reikwijdte van de zogenoemde doorkijkbenadering die wordt toegepast als de waarde van wat door erfrecht of schenking wordt verkregen afhankelijk is van de waarde van onroerende zaken.

X (belanghebbende) heeft certificaten van aandelen in een vennootschap geschonken gekregen. De vennootschap houdt een vastgoedportefeuille die grotendeels uit woningen bestaat. In het geding in feitelijke instantie speelden twee vragen. De eerste vraag was in hoeverre de bedrijfsopvolgingsregeling (BOR) mag worden toegepast. Hof Amsterdam oordeelde hierover dat de bedrijfsopvolgingsregeling niet ruimer kan worden toegepast dan bij de uitspraak op bezwaar is gedaan. De tweede vraag was hoe de verkrijging moet worden gewaardeerd, waarbij mede de waardedruk door verhuur in geschil was. Het Hof heeft bij de waardering van de verkregen certificaten gebruikgemaakt van de forfaitaire waarderingsregels voor verhuurde woningen.

In cassatie bestrijdt de staatssecretaris in het principale cassatieberoep het oordeel van het Hof met betrekking tot de tweede vraag, de waardering. Na een bespreking van de waarderingsregels die uit artikel 21 SW 1956 voortvloeien, noteert de A-G dat de waardering ingewikkelder ligt dan op het eerste gezicht uit de wet lijkt voort te vloeien. De A-G behandelt daarom de ontwikkeling van de doorkijkbenadering in de jurisprudentie van de Hoge Raad.

In het incidentele cassatieberoep bestrijdt X het oordeel van het Hof over het eerste geschilpunt; de toepassing van de bedrijfsopvolgingsregeling.

Volgens de A-G is het middel van het principale cassatieberoep gegrond en kan het incidentele cassatieberoep van X met toepassing van artikel 81 Wet RO worden afgedaan. De A-G geeft de Hoge Raad in overweging de zaak te verwijzen naar Hof Den Haag.

Metadata

Rubriek(en)
Schenk- en erfbelasting
Belastingtijdvak
2018
Instantie
A-G
Datum instantie
3 mei 2024
Rolnummer
23/02449
ECLI
ECLI:NL:PHR:2024:486
Auteur(s)
N.F.M. van Mol MSc
Belastingdienst / Ministerie van Financiën
NLF-nummer
NLF 2024/1296
Aflevering
4 juni 2024
Judoregnummer
JCDI:NFB6429
bwbr0002226&artikel=21,bwbr0002226&artikel=21,bwbr0002226&artikel=35b,bwbr0002226&artikel=35b

Naar de bovenkant van de pagina