Samenvatting
De Afdeling advisering van de Raad van State (hierna: Afdeling advisering) heeft haar advies vastgesteld over het wetsvoorstel ‘Tegenbewijsregeling box 3’. Het advies is gepubliceerd op de website van de Raad van State.
De Afdeling advisering constateert dat de regering terecht haar verantwoordelijkheid neemt om de vuistregels van de Hoge Raad om te zetten in een wettelijke regeling. Daarbij is de regering gehouden zich rekenschap te geven van de uitspraken van de Hoge Raad. Maar een rechtmatige wettelijke regeling betekent nog niet dat deze ook doelmatig is.
Uit de uitvoeringstoets volgt dat het wetsvoorstel de Belastingdienst voor een haast onmogelijke opgave stelt. Er moeten volgens de Belastingdienst zeer grote inspanningen worden geleverd om uitvoering mogelijk te maken, waarbij de risico’s op procesverstoringen groot zijn.
Als de tegenbewijsregeling niet doenbaar en uitvoerbaar is, draagt deze uiteindelijk niet bij aan rechtsherstel voor betrokkenen. Het dilemma waar de wetgever voor staat, is vrijwel onoplosbaar. De Afdeling advisering onderkent dat de wetgever maar beperkte ruimte heeft om in aanvulling op de vuistregels van de Hoge Raad, de bepaling van het werkelijke rendement vorm te geven. Daar waar ruimte is, zoals bij de waardering van het eigen gebruik van onroerende zaken, luidt het advies om deze ruimte te benutten. Dit om de Belastingdienst zoveel mogelijk te ontzien en procesrisico’s en daarmee ook de werklast van de rechterlijke macht waar mogelijk te beperken.
De Afdeling advisering heeft een aantal opmerkingen bij het voorstel en adviseert daarmee rekening te houden voordat het voorstel bij de Tweede Kamer wordt ingediend.