Direct naar content gaan

Gerelateerde content

Samenvatting

Waren de bezorgers van Deliveroo werkzaam op basis van een arbeidsovereenkomst? Hof Amsterdam oordeelde van wel, en dit oordeel wordt door de Hoge Raad bevestigd.

Bezorgers van Deliveroo werkten op grond van overeenkomsten die werden omschreven als een overeenkomst van opdracht. De vakbond FNV vond dat deze omschrijving niet klopte en dat sprake was van arbeidsovereenkomsten. Hij vorderde dat de rechter een verklaring uitsprak dat de bezorgers volgens een arbeidsovereenkomst werkzaam waren. De Amsterdamse kantonrechter en het Hof oordeelden dat inderdaad sprake was van arbeidsovereenkomsten. Deliveroo heeft tegen de uitspraak van het Hof cassatieberoep ingesteld. Tijdens de cassatieprocedure heeft Deliveroo zijn activiteiten in Nederland beëindigd. Voor de behandeling van de zaak heeft dat geen gevolgen. Deliveroo heeft het cassatieberoep in de zaak niet ingetrokken.

Deliveroo voert in cassatie onder meer aan dat de bezorgers zich mochten laten vervangen en dat zij de vrijheid hadden al dan niet te werken. Dat past volgens Deliveroo niet bij een arbeidsovereenkomst.

De Hoge Raad bevestigt echter het oordeel van het Hof. Of van een arbeidsovereenkomst sprake is, hangt volgens de Hoge Raad af van álle omstandigheden van het geval. Het Hof heeft die omstandigheden beoordeeld en vervolgens geoordeeld dat bij de Deliveroo-bezorgers sprake was van een arbeidsovereenkomst. Dit oordeel is volgens de Hoge Raad juridisch niet onjuist en ook begrijpelijk gemotiveerd.

Over de vrijheid van de bezorgers om te werken wanneer zij willen en om zich te laten vervangen, oordeelt de Hoge Raad dat het Hof onder ogen heeft gezien dat deze omstandigheden wijzen in de richting dat er tussen Deliveroo en de bezorgers geen arbeidsovereenkomsten bestonden. Het Hof mocht echter op grond van de overige omstandigheden van het geval oordelen dat het toch arbeidsovereenkomsten waren. Daarbij woog mee dat het praktische belang van de vervangingsmogelijkheid voor de bezorgers gering was.

De vraag of aanleiding bestaat voor nadere algemene regels of uitgangspunten om te bepalen of een overeenkomst een arbeidsovereenkomst is, mede ter afgrenzing van het werken als zelfstandig ondernemer, heeft volgens de Hoge Raad de aandacht van de wetgever. Daarbij kan worden gedacht aan uitgangspunten als de inbedding van het werk in de organisatie van degene voor wie de werkzaamheden worden verricht, of de hoogte van de tegenprestatie voor het werk. Omdat de wetgever met dit onderwerp bezig is, ziet de Hoge Raad op dit moment geen aanleiding voor rechtsontwikkeling.

Het cassatieberoep van Deliveroo wordt verworpen.

Conform Conclusie A-G de Bock (NLF 2022/1390, met noot van Werger).

Metadata

Rubriek(en)
Civiel recht
Belastingtijdvak
2018 e.v.
Instantie
HR
Datum instantie
24 maart 2023
Rolnummer
21/02090
ECLI
ECLI:NL:HR:2023:443
Auteur(s)
dr. F.M. Werger
Werger Fiscaal Advies B.V.
NLF-nummer
NLF 2023/0744
Aflevering
6 april 2023
Judoregnummer
JCDI:NFB5699
,bwbr0002471&artikel=2&lid=1,bwbr0002629&artikel=7&lid=1

Naar de bovenkant van de pagina