Direct naar content gaan

Samenvatting

X (nv; belanghebbende) exploiteert supermarkten, drogisterijen en een webwinkel.

Zij bepleit in deze procedure dat op de levering van zelfzorgproducten, zoals tandpasta’s, zonnebrandcrèmes, mondwaters, antiroosshampoos, neussprays enz. waarvoor geen handelsvergunning is afgegeven, het verlaagde btw-tarief van toepassing is. X betoogt in dit verband dat de eis van een handelsvergunning, zoals gesteld in tabel I, post a.6, Wet OB 1968 per 1 januari 2018, strijdig is met het evenredigheidsbeginsel.

Hof Amsterdam volgt X niet in haar betoog. Zij leidt uit het arrest van de Hoge Raad van 8 september 2023 (20/04304, ECLI:NL:HR:2023:1124, NLF 2023/2083, met noot van Gelderblom) af dat de eis van de handelsvergunning volgens de Hoge Raad niet strijdig is met het proportionaliteitsbeginsel c.q. het evenredigheidsbeginsel.

Het hoger beroep is ongegrond. De uitspraak van Rechtbank Noord-Holland wordt bevestigd.

Metadata

Rubriek(en)
Omzetbelasting
Belastingtijdvak
tweede kwartaal 2018 t/m derde kwartaal 2019
Instantie
Hof Amsterdam
Datum instantie
30 januari 2024
Rolnummer
22/502; 22/503; 22/504; 22/505; 22/506; 22/507; 22/508; 22/509; 22/510; 22/511; 22/512; 22/513
ECLI
ECLI:NL:GHAMS:2024:1132
NLF-nummer
NLF 2024/1210
Aflevering
21 mei 2024
bwbr0002629&artikel=9,bwbr0002629&artikel=9

Naar de bovenkant van de pagina