Direct naar content gaan

Samenvatting

X (belanghebbende) heeft in 2021 een BPM-aangifte van € 1.664 gedaan ter zake van de invoer van een gebruikte Peugeot 2008. De aangifte was gebaseerd op een taxatierapport waarin de handelsinkoopwaarde op € 11.830 werd geschat.

De Inspecteur heeft BPM nageheven vanwege een hogere CO2-uitstoot (152 in plaats van 140 gr/km). Tevens betwist hij de door X geclaimde schade van € 6.528, die volgens de Inspecteur onvoldoende is onderbouwd.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat X geen overtuigend bewijs heeft geleverd voor de gestelde schade.

X heeft in beroep een duplicaat van het certificaat van overeenstemming (cvo) ingebracht. Daaruit blijkt dat de CO2-uitstoot van de auto op basis van de WLTP-meetmethode 140 gr/km is. Door een geslaagd beroep op interne compensatie handhaaft de Rechtbank echter de naheffingsaanslag BPM van € 237.

Het verzoek om vergoeding van de kosten voor het opvragen van het cvo wijst de Rechtbank af, omdat X dit document pas in beroep heeft ingebracht, ondanks een eerdere gelegenheid om te reageren. Wel kent de Rechtbank X een immateriële schadevergoeding van € 500 toe wegens overschrijding van de redelijke termijn voor afhandeling van het bezwaar.

Metadata

Rubriek(en)
Autobelastingen
Belastingtijdvak
2021
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Datum instantie
31 juli 2024
Rolnummer
22/5773
ECLI
ECLI:NL:RBZWB:2024:5323
NLF-nummer
NLF 2024/1991
Aflevering
3 september 2024
bwbr0005806&artikel=10,bwbr0005806&artikel=10,bwbv0001000&artikel=6,bwbv0001000&artikel=6

Naar de bovenkant van de pagina