Direct naar content gaan

Samenvatting

Artikel 26 van de Zesde richtlijn bevat een bijzondere BTW-regeling voor de handelingen van reisbureaus, voor zover deze op eigen naam tegenover de reiziger optreden en voor de totstandbrenging van de reizen gebruik maken van leveringen en diensten van andere belastingplichtigen. Volgens deze regeling worden de handelingen die het reisbureau met het oog op de totstandkoming van de reis verricht, beschouwd als één enkele dienst van het reisbureau aan de reiziger en wordt als maatstaf van heffing de winstmarge van het reisbureau genomen, dat wil zeggen het verschil tussen het totale bedrag dat de reiziger exclusief BTW moet betalen en de werkelijk door het reisbureau gedragen kosten voor goederenleveringen en diensten van andere belastingplichtigen, mits deze handelingen de reiziger rechtstreeks ten goede komen. Indien de handelingen waarvoor het reisbureau een beroep doet op andere belastingplichtigen, door laatstgenoemden buiten de Gemeenschap worden verricht, wordt de dienst van het reisbureau gelijkgesteld met een vrijgestelde handeling van een tussenpersoon. Indien deze handelingen zowel binnen als buiten de Gemeenschap worden verricht, mag alleen het gedeelte van de dienst van het reisbureau betreffende de buiten de Gemeenschap verrichte handelingen als vrijgesteld worden beschouwd. Artikel 26 is echter niet van toepassing op de losse verkoop van operakaartjes door een reisbureau zonder dat een reisdienst wordt verricht, aldus het EHvJ.

Metadata

Rubriek(en)
Omzetbelasting
Belastingtijdvak
1993-1998
Instantie
HvJ
Datum instantie
9 december 2010
Rolnummer
C-31/10
ECLI
ECLI:EU:C:2010:762
bwbr0002629&artikel=28z,bwbr0002629&artikel=28z&lid=1

Naar de bovenkant van de pagina