Direct naar content gaan

Gerelateerde content

Samenvatting

X heeft het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Utrecht (hierna: het college) verzocht hem op de voet van de Wet WOZ gegevens te verstrekken met betrekking tot twee WOZ-objecten.
De Heffingsambtenaar heeft enige gegevens verstrekt. Het door X hiertegen gemaakt bezwaar is ongegrond verklaard.
Rechtbank Midden-Nederland heeft zich onbevoegd verklaard om van het hiertegen ingestelde beroep kennis te nemen.
Hof Arnhem-Leeuwarden bevestigt het oordeel van de Rechtbank.
Naar het oordeel van het Hof dient het verzoek te worden beoordeeld aan de hand van de in artikel 40 Wet WOZ vervatte openbaarmakingsregeling. De waardebepaling of waardevaststelling van enige woning is niet aan de orde. De beslissing van de Heffingsambtenaar betreft daarom naar het oordeel van het Hof niet een ingevolge de belastingwet genomen besluit als bedoeld in artikel 26 AWR, zodat daartegen geen beroep bij de belastingrechter openstaat.
Op grond van artikel 8:1 Awb is de algemene bestuursrechter in deze bevoegd. Daaraan kan niet afdoen dat de gevraagde informatie wellicht een rol zou kunnen spelen in een procedure over een belastingaanslag, welke procedure niet tot de competentie van de algemene bestuursrechter behoort (vgl. HR 5 maart 2010, ECLI:NL:HR:2010:BL6423).

Metadata

Rubriek(en)
Formeel belastingrecht
Belastingtijdvak
2013
Instantie
Hof Arnhem-Leeuwarden
Datum instantie
2 februari 2016
Rolnummer
15/00046
ECLI
ECLI:NL:GHARL:2016:639
bwbr0007119&artikel=40

Naar de bovenkant van de pagina

Cookies.

Onze website maakt gebruik van cookies om het gebruik en functionaliteit te waarborgen van deze website. Meer over ons cookiebeleid