Direct naar content gaan

Samenvatting

X (belanghebbende) had in 2015 een partner, niet zijnde zijn fiscaal partner, en twee kinderen jonger dan twaalf jaar. De partner woonde met de kinderen in België en stond met hen op hun woonadres in België ingeschreven. In 2015 werkte X in Nederland. Van maandag tot en met donderdag verbleef hij in Nederland. Hij was ingeschreven op een Nederlands woonadres in de BRP. Van vrijdag tot en met zondag verbleef hij bij zijn gezin in België. Op de dagen dat X bij zijn gezin verbleef had hij, samen met zijn partner, de feitelijke zorg voor de kinderen. X droeg tevens financieel zorg voor de kinderen.

X betoogt in deze procedure dat, hoewel wegens het inschrijvingsvereiste niet aan de voorwaarden voor toepassing van de inkomensafhankelijke combinatiekorting (iack) is voldaan, gelet op doel en strekking de IACK toch aan hem moet worden toegekend.

Hof Den Bosch verwerpt dat betoog. Indien niet aan de voorwaarden van de wettelijke regeling is voldaan, waaronder het inschrijvingsvereiste, bestaat geen recht op de iack. Voor een materiële beoordeling van een concreet geval waarin niet aan al die voorwaarden is voldaan, is daarnaast geen ruimte.

Het Hof verwerpt alle door X aangevoerde stellingen en verklaart het hoger beroep ongegrond.

Metadata

Rubriek(en)
Inkomstenbelasting
Belastingtijdvak
2015
Instantie
Hof Den Bosch
Datum instantie
31 december 2020
Rolnummer
20/00005
ECLI
ECLI:NL:GHSHE:2020:4115
NLF-nummer
NLF 2021/0384
Aflevering
18 februari 2021
bwbr0011353&artikel=8.14a,bwbr0011353&artikel=8.14a&lid=1,bwbr0011353&artikel=8.14a

Naar de bovenkant van de pagina